De Schiedamseweg voor beginners

Eerlijk gezegd kijk ik nergens meer vreemd van op.

Het leven op de Schiedamseweg is goed je kunt er van alles krijgen,
van lekker eten tot haarproducten die elders niet verkrijgbaar zijn en vele hoesjes voor je net aangeschafte telefoon.

Ook is het de straat die het meest stinkt van Rotterdam, vol ligt met plastic troep, kippenbotjes, kauwgom en stapels hondenpoep en mag men er graag voor je voeten een vieze rochel spugen. Het is de straat van tolerantie en respect naar elkaar maar men heeft er niet geleerd om fatsoenlijk rechts op de stoep te lopen.

Overdag oogt het er altijd rustig op de Chinese melkpoedermaffia na die één voor één hun krantenfietstassen vullen met bussen vol goud die ze hebben gekocht bij de kruitvat waarna ze hun fietsroute vervolgen aan de hand van een lijst. ‘s Avonds vind je er de loverboys die met hun Oekraïense koopwaar staan op de hoek van de Fritz de slager en café de Slok.

De zijstraat waar ik zelf woon heeft twee coke dealers met vele hangjongeren (jongeren die ik runners noem te herkennen aan type petje dure schoenen, en een klein Louis Vuitton schoudertasje want ja je moet je drugs ergens in kwijt). Soms vraag ik mij wel eens af hoe het kan dat een jonge jongen van net 20 in een dikke auto rijd? maar al gauw is het antwoord dan gevonden.

Verder leeft men er grotendeels onder de armoedegrens, zijn er veel tienermoeders met baby’s uit een gemende relatie of een one night Antilliaan , hoogbejaarden die zonder enige zorg aan de afgrond staan, enge psychiatrische figuren die psychotisch zijn, dak en thuislozen die een uur in de wind stinken, en hier en daar een verdwaalde jihadist, en niet te vergeten alle overige mensen die met hun ziel onder de arm lopen.

Ook wonen er nog 200 andere nationaliteiten in de wijk die ieder hun eigen taal spreken. Nederlands word er nauwelijks gesproken zelfs in de Jumbo mag het personeel onderling Turks en Marokkaans praten tijdens het vakken vullen.

Delfshaven is drugs en dan met name de witwasstraat Schiedamseweg. Hoewel het aan de buitenkant niet zichtbaar is, vermoed ik al jaren dat de er vele witwaswinkels in de straat van nog geen kilometer bevinden denkende aan de vele belhuizen, kapperszaken, en heel wat eettentjes.

Gelukkig hebben we nog altijd de mooie haven.