Dresscode

Adeline Q. 4 apr 2016

‘Wat ben jij fout’ schiet het door me heen als ik hem zie lopen op straat. Zo’n gast met een woeste baard, wit gewaad en broek op hoog water. Al is het onderhand twee weken geleden, de bommen in Brussel dreunen nog hard na in mijn psyche.

En dus moet ik hem niet. Ik wil niet weten waar hij en zijn dresscode voor staan. Voor al die onschuldige doden? Voor het kalifaat? Het boeit me niet. Ik ben boos en verdrietig.

Wat wil hij met zijn kleding communiceren? Wat mij betreft alleen maar dat hij zo’n
type is dat naar haatpredikers luistert, die spuugt op het Westen en die met de hand op het heilige boek al dat geweld goed praat.

Boos en verdrietig ben ik, want ik weet dat er meer klappen zullen komen, ook hier in Nederland. Waar en wanneer is de vraag, maar niet ‘of’. Geen oogcontact, zeg ik tegen mezelf. Die klojo wil heel demonstratief laten zien dat hij er niet bij wil horen. Nou, dan ben je voor mij lucht.

Ik negeer hem straal. Ik heb geen zin om hem aan te spreken, of om in discussie te gaan. Het lijkt me verspilde moeite om hem te vragen naar het waarom. Zou het helpen? Ik betwijfel het. Mensen die God aan hun zijde denken te hebben, staan eigenlijk nooit open voor andere meningen. Ik op dit moment trouwens ook niet, ik heb geen zin in zijn verhaal.

Hij loopt onverstoorbaar verder en ik realiseer me iets belangrijks. Ik hóef niet met hem te praten, ik hóef niets met hem te maken te hebben. En, nog belangrijker, hij mag er bij lopen zoals hij wil. Ook al staat de manier waarop hij zich kleedt mij niet aan. Dat recht heeft hij. Zonder dat hij meppen krijgt of uitgescholden wordt, of anderszins lastiggevallen.

Hij heeft dat recht, net zo goed als hij het recht heeft om er een afwijkend –en in mijn ogen verwerpelijk- gedachtengoed op na te houden. Want gelukkig zijn in Nederland nog steeds onze gedachten vrij. En dat geldt zowel voor die van hem èn die van mij.

Godzijdank schrijft niemand ons voor hoe we erbij moeten lopen op straat. Hoe fout je dresscode ook is.

Simpele maar o zo kostbare burgerrechten. Het zijn beste argumenten tegen het kalifaat.