Stomme cijfermaatschappij

Bryan Barbu 3 feb 2016

UMCG. Ik ben op weg naar de prikpoli. Aangekomen bij de balie krijg ik een nummertje, en ik zoek een plekje op in de drukbezette wachtkamer. “Gemiddelde wachttijd: 20 minuten”, staat er op het bord. Ik ga mijn ‘kostbare’ tijd wel opvullen door Candy Crush te spelen, bedenk ik me. Na een paar minuten hersenloos een spelletje te spelen op mijn mobiel komt er een wat ouder echtpaar de wachtkamer binnen. Ik probeer vriendelijk te doen en haal mijn tas van de stoel naast mij weg en glimlach naar het koppel wat met het tempo “brakke luiaard op vakantie” binnen komt lopen. Blijkbaar werd ik beloond, want ik was de uitverkorene die naast hen mocht zitten. Op een gegeven moment zegt de vrouw tegen mij: “Ben jij niet een beetje te jong om hier te zitten?” “Nee,” antwoord ik, “ik ben hier gewoon voor een studentenonderzoek.” “Ah,” zegt de mevrouw, terwijl ze naar haar man kijkt, “ik wou dat wij studenten konden zijn, maar onze leeftijd is daar veel te hoog voor.”
Te jong. Te oud. Te laat. Te zwaar. Waarom zou het aantal rondjes dat je hebt doorgebracht op een om de zon draaiende bol uitmaken voor de beslissing of je zou kunnen studeren of niet? Mensen hebben vaak genoeg een reden klaar staan waarom ze iets niet meer zouden kunnen ̶ of nog erger, zouden mogen doen. Stom, toch? Laat je maar niet tegenhouden door die stomme cijfertjes en nummertjes.
In een hoorcollege wat ik volgde zat er een man vooraan in de banken, waarschijnlijk een 70-plusser, die altijd geconcentreerd meeschreef met de studenten. Hij maakte geen tentamens, en hij deed niet mee met de werkgroepen. Hij deed het puur en alleen om er zelf wat van op te steken. We grapten er wel eens om, maar het is eigenlijk best wel bewonderenswaardig. Deze man heeft iets losgelaten waar veel mensen chronisch last van hebben: cijfertjesangst. Je hebt zelf je eigen lot in handen. Als je in staat bent om jezelf te kunnen verbeteren, waarom zou je jezelf dan laten tegenhouden door zo’n paar stomme cijfers of nummers?