Ijs vol tranen

Daar in het mooie Friese land ligt de schaatstempel van Nederland: Thialf. Menig schaatser/ster heeft hier de schaatsen ondergebonden. Op zoek naar perfectie, wachtend op het startschot. De stilte klinkt…. ”Go to the start, readyyyyy.” Het startschot klinkt en galmt door het stadion heen. De wereld waarin je terecht komt is er een vol me gevaren. Een soterisch gevoel gaat door je lichaam heen, niemand gaat je meer stoppen. De eerste honderd meter snelheid maken, je ziet je tegenstander vlak naast je. Samen ga je de bocht in. De speaker buldert door het stadion. ”Hij is sneller dan het wereldrecord, mensen dit wordt een sensatie!”

De tijd blijft voor heel even stil staan. Denkend aan je jeugd op het platteland van Joure. De eerste schaatslessen die ik van mijn vader kreeg. ”Jan, Jan! Het heeft gevroren, het ijs is dik genoeg om te schaatsen.” Ik zat rechtop in mijn bed en keek mijn vader vol ongeloof aan. Hier had ik al jaren van gedroomd, me eerste meters maken op natuurijs. Ik keek naar buiten en zag dat de vijver achter ons huis was bevroren. Mijn vader was al sinds half vijf in de ochtend bezig om het ijs sneeuwvrij te maken. Zodat ik samen met hem mijn eerste rondjes mocht maken.

”Trek je jas aan jongen. Het is koud daar buiten”. Mijn vader trok zijn zwarte leren jas aan die hij had gekregen van mijn opa. Al lopend naar buiten loopt er een traan over mijn wang. ”Wat huil je jongen, is het zo koud?” Dit was het moment, dit is mijn dag! Ik maak voorzichtig mijn eerste stapjes op het ijs. Mijn vader reikt zijn hand uit.

De bocht nadert, kijkend naar de tribune zie ik mijn vader staan. Ik zie een traan over zijn wangen biggelen. Het gezicht van een man die veel geleden heeft maakt me emotioneel. ”Ik ga het doen, voor me vader. Ik ga winnen!” Stap voor stap ga ik door de bocht. Op de kruising maak ik grote slagen. Die laatste binnenbocht, die gevreesde laatste binnenbocht. Ik kalmeer mezelf en snij hem ruim aan. Ik zie de blokjes naderen en moet even inhouden. Zo hard mogelijk naar de finish, dat is het devies. Ik hoor het ijs onder me kraken, ik hoor mijn eigen hart bonken.. De finish is in zicht, ik gooi me been naar voren en hoor het publiek juichen. Me vader staat op me te wachten, net zoals vijftien jaar geleden. Hij draagt diezelfde zwarte leren jas. Ik sluit me ogen en voel zijn armen om mij heen. Ik voel me weer dat kleine jongetje….