We waren hem al kwijt voordat hij overleed

Ik loop de woonkamer van het verpleeghuis binnen. Mijn opa zit op zijn vaste plekje, de lichtbruine bank. Vanaf hier behoudt hij graag het overzicht op zowel de tuin als de gezamenlijke woonruimte. Hij strijkt met zijn hand over zijn kin, iets dat altijd typerend is geweest voor mijn grootvader.

‘Dag opa.’ Verrast kijkt hij naar links. ‘Oh, hoi!’ Ik omhels hem. Altijd fijn, maar het voelt niet meer zoals vanouds. Zoals vroeger. Hij herkent me niet. Misschien vaag, meer niet. ‘Hoe is het met u?’ ‘Ja, ja’, mompelt mijn opa zoals altijd. ‘Gewoon, z’n gangetje he.’ Naast zijn kalme karakter en vriendelijke uitstraling is dit ook iets dat gelukkig nog zo herkenbaar is aan hem.

Ik probeer een simpel gesprek aan te gaan met mijn opa. Het lukt niet meer. Hij vraagt, zoals ik gewend ben, meerdere malen ‘of het koud is buiten’ en ‘of ik nog steeds aan een bepaalde sport doe’. Soms, op een willekeurig moment, vist hij delen van oude herinneringen uit zijn vertroebelde geheugen. Puzzelstukjes waarmee hij zo nu en dan een stapje verder komt, maar die
nooit meer een kloppend geheel zullen vormen.

Na zo’n moment, waarop ik weer even mijn oude opa lijk te spreken, laat zijn geheugen hem opnieuw in de steek. Hij verliest de grip op communicatie, kan de zaken niet meer plaatsen. Het verleden bestaat voor hem grotendeels niet meer. Herinneringen uit die vreselijke oorlog; ja, soms komt er één tevoorschijn. Herinneringen van zijn lieve, in 2009 overleden vrouw waarmee hij tientallen jaren gelukkig getrouwd was; niets meer.

Inmiddels is mijn opa halverwege maart overleden. Na een val op zijn heup belandde hij doodmoe en fysiek zwaar aangetast in bed. Het was klaar, hij kon de kracht niet meer vinden om eruit te stappen. Hij was op. Dementie is niet te verslaan. Het is een sluipmoordenaar in de geest, die pakt wat ‘ie pakken kan. Beetje bij beetje verlies je dingen, totdat er niets over blijft.

Het was enorm fijn om mijn opa al die jaren nog te kunnen zien in het verpleeghuis. Om hem gewoon nog even te spreken, ook al vroeg hij alles tien keer. We hebben er als familie nu enigszins vrede mee, op een gegeven moment heeft iemand genoeg geleden. Want hoe keihard de waarheid ook is: we waren hem eigenlijk al kwijt voordat hij overleed.