Claus

Atze Boerstra 6 jul 2015

Als u dit leest dan is hij dood. Claus. In 2002 uit het asiel gehaald, al tijden doodziek. Van ouderdom.

Afgelopen zaterdag was ik op bezoek bij Marcel en Eveline, de baasjes van Claus. Ze vertelden me dat ze besloten hadden om Claus in te laten slapen. Eindelijk, dacht ik gelijk. Beter zo. Een paar weken geleden was hij nog mee naar een feestje. Heb Claus toen – blind en mank als hij inmiddels was – de tuin in mogen tillen om te kijken of er nog iets van een plasje te produceren viel. Echt confronterend. En vooral heel zielig.

Wat een contrast met de Claus van vroeger. Altijd vol energie. En gek op apporteren. Zo gek dat Marcel ooit een online videogame maakte getiteld ‘pak balletje’. Als je op een button klikte dan schoot er een tennisbal in beeld en vlak daarna Claus die achter de bal aanrende, om even laten zijn ‘prooi’ terug te brengen. Waarna je weer op de button kon klikken en het geheel opnieuw begon. Net als in het echt.

Ik besluit even bij Claus te gaan kijken. Als ik naast zijn mand kniel reageert hij niet. Aai hem een paar keer vrij stevig. Maar het hoopje onschuld blijft doodstil liggen. Hij zal toch niet al…? Bedenk me dat dit echt de laatste keer is dat ik Claus mee maak. Het doet me meer dan verwacht.

En dat terwijl ik een echt kattenmens ben. Kan, al zeg ik het zelf, absurd goed met katten opschieten. Et vice versa. Denk dat ik in een vorig leven een gestoord kattenvrouwtje geweest moet zijn. Zo eentje die op een woonboot 30 katten houdt. Maar op de een of de andere manier is het Clausie gelukt om mijn affiniteit te winnen. Uitzondering die de regel bevestigt, zo iets.

Terug naar Claus en zijn mand. Marcel komt er bij. Hij schudt net even wat harder dan ik. En verdomd. Claus wordt wakker. Eerst kijkt hij Marcel aan en dan mij. Heel even lijk ik een blik van herkenning te zien. En dan valt hij terug in een diepe slaap. Als ik even later terug in de huiskamer ben zeg ik tegen Eveline: ‘Dit is echt de eerste en de laatste keer dat ik om een hond gehuild heb’.

Rust zacht, Claus. Ren ze daar, in de eeuwige jachtvelden. Had ik al verteld dat ze daar ook tennisballen hebben en dat ze die tot in het oneindige blijven gooien? Pak Balletje!

Atze Boerstra