Populist van het eerste uur
Populisten zetten zich voornamelijk af tegen Den Haag en tegen ‘de politiek’ die niemand echt vertegenwoordigt. Misschien wel het belangrijkste kenmerk van het populisme is het propageren van ‘charismatisch leiderschap’. Mussert noemde men ‘Den Leider’. En ook binnen de Boerenpartij bestond de cultus van het georganiseerd en gearrangeerd loven en prijzen van de voorman.
De eerste ‘echte’ populist die de Tweede Kamer wist te bereiken, was Arend Braat (‘Boer Braat’) die in de jaren twintig van de vorige eeuw het Binnenhof onveilig maakte als vertegenwoordiger van de Plattelandersbond.
Strijder tegen de zomertijd
Braat was in zijn tijd voornamelijk bekend als verwoed strijder tegen de zomertijd. Hij diende tussen 1921 en 1926 maar liefst vijf initiatiefwetsvoorstellen in tot afschaffing van de zomertijd. De een na de ander werd verworpen.
Braat heeft zijn plaats in de geschiedenis vooral verdiend door zijn onparlementair gedrag. Zo werd hij door de kantonrechter te Rotterdam al eens veroordeeld tot 50 gulden boete of 10 dagen hechtenis wegens het beledigen van een belastinginspecteur. Daarnaast gaat het verhaal dat hem door zijn socialistische collega Duys eens de weg naar het toilet in het parlement werd gewezen met de opmerking: ‘…er staat HEREN op de deur, maar daar moet jij je niets van aantrekken. Gewoon naar binnen gaan.’