Lang leve lef!
Ik bel met een specialist om over een patiënt, die ik net op de eerste hulp heb gezien, te overleggen. Mijn hand trilt terwijl ik het nummer van zijn pieper intoets op de telefoon. Het is één van mijn eerste weken als coassistent – groentje tussen alle ervaren artsen in het ziekenhuis. Alles is eng en nieuw, en deze situatie is wel erg beangstigend: overleggen met één van de hoge bazen. Hij staat helemaal bovenaan de hiërarchische voedselketen op deze afdeling, en ik? Ik bungel ergens ver onderaan.
De telefoon gaat zeven keer over, en als de specialist opneemt stel ik me keurig voor met naam en functie. Na twee weken op zijn afdeling verwacht ik nog niet dat hij weet dat de nieuwe coassistent Anna heet. Of dat er überhaupt een nieuwe coassistent is.
Zoals de ongeschreven etiquette voorschrijft en ik anderen eerder ook heb zien doen, vraag ik netjes of ik een patiënt mag bespreken.
"Ik zit in een vergadering. En als jij het doet, gaat het vast heel lang duren hè?", klinkt het verveeld vanaf de andere kant van de lijn.
Ik twijfel. Het makkelijkste zou zijn om nu snel de telefoon door te schuiven naar de specialist in opleiding, die naast me mee zit te luisteren naar het gesprek. Op die manier loop ik zelf in ieder geval niet het risico uitgekafferd te worden – en hey, dan heb ik het toch in ieder geval geprobeerd?
Maar nee, mijn koppigheid krijgt de overhand: ik ben verdorie een coassistent en geen chimpansee. Ik moet dit ook leren, en hij moet het er maar mee doen.
"Nee hoor, dat valt wel mee denk ik ", antwoord ik dus liefjes.
"Vooruit, zeg het maar dan", bromt het aan de andere kant van de lijn. Ik meen een spoortje verbazing te bespeuren in zijn stem.
Zo kort en bondig mogelijk vertel ik over de klachten van de patiënt, de uitslagen van onze onderzoeken en de voorgestelde behandeling. Als ik klaar ben, houd ik mijn adem in. Heb ik te veel van zijn tijd in beslag genomen? Of ben ik juist belangrijke dingen vergeten te vertellen?
Het is even stil aan de andere kant van de lijn.
Dan antwoordt hij: "Prima. Doe maar."
Geen moeilijke vragen over de testuitslagen, geen aanvullingen op ons plan – en geen uitbrander voor de coassistent. Ik ontspan en adem uit; lang leve lef!