Selfiestick als verlengstuk van eigen identiteit
“sel-fie (de, v(m); meervoud: selfies)
fotografisch zelfportret, vaak gemaakt met de camera op armlengte en gepubliceerd op sociale netwerksites”
(van Dale, 2013)
Naar verluidt vindt het woord “selfie” zijn oorsprong in een Australisch internetplatform. In september 2002 plaatste een jonge Australiër daar een bericht over zijn kapotte lip, opgelopen tijdens een wild avondje stappen. Daarbij uploadde hij een zelf geschoten, vrij onscherpe foto van zijn hechtingen. “Ik had een gat van een centimeter in mijn lip. Sorry van de focus, het was een selfie”.
Anno 2015 floreert het selfie fenomeen als nooit tevoren. Er bestaat zelfs een speciale stok waarmee je als het ware je arm kunt verlengen om het comfort rondom het digitale zelfportret te vergroten, genaamd “selfiestick”. Waarom heeft “de selfie” juist nu zoveel aanhangers? Zijn we met z’n allen op weg naar een nieuw narcistisch tijdperk? Worden we slachtoffer van de technologische revolutie die we, ironisch genoeg, zelf in gang hebben gezet? Of beginnen we simpelweg steeds meer van onszelf en elkaar te houden. Ikzelf merk dat ik vrij onrustig raak als ik de zoveelste toerist zwabberend op een huurfiets in Amsterdam met een selfiestick in de weer zie en ik word ronduit geïrriteerd als daar vervolgens nog een hele squad achteraan zwengelt die allemaal een guitige duckface of “me, thinking” blik naar de stok toewerpen. Ze hebben geen idee van wat er om hen heen gebeurt maar kunnen zichzelf gelukkig thuis of op de hotelkamer eindeloos terugkijken.
Wanneer je nu in de trein om je heen kijkt zit er een dikke kans tussen dat iemand net bezig is een vermoeide ochtendsnap te versturen inclusief beker Starbucks en een bijpassende hashtag #treinleven. Het blijkt lastig om dit verschijnsel vanuit enkel het individu te begrijpen. De meeste selfies worden immers niet vanuit intrinsieke waarden geplaatst. Erkenning en geluk wordt juist gehaald uit (het aantal?) likes dat door vrienden en vriendinnen, kennissen, bekende internet figuren en wildvreemden aan een foto wordt gegeven. Wel is dit handig om voor jezelf een beeld te kunnen vormen van degene die jij naar buiten wilt brengen. Een foto die uiteindelijk toch niet zo goed blijkt te bevallen en dermate hoge imagoschade aanricht kan immers alsnog naar de prullenbak worden verwezen.
Feministische selfie-tendensen zoals #freethenipple en #nomakeup doen de ronde, maar ondertussen wil iedereen er wel zo mooi mogelijk op staan. Wie houden we voor de gek?