Tweestrijd

Bernadette Keizer 1 jun 2015

Wat is lef? En wat moet ik doen om het te bezitten? De man die zonder aarzelen in een vuurzee springt en twee kleine kinderen redt? De jongen die, aangemoedigd door zijn vrienden, met tweehonderd kilometer per uur over de snelweg scheurt? Of de beste vriendin die je eerlijk zegt: ‘Ja, die broek maakt je wel dik…’?

Ik heb mezelf nooit gezien als iemand met veel lef. Maar nu moet ik al mijn moed van de afgelopen negentien jaar bij elkaar verzamelen. Vandaag ontmoet ik mijn moeder.

Daar sta je dan. De vrouw die ik zou moeten herkennen. Ik zou jouw ogen hebben, is mij verteld. Mijn lippen komen overeen met die van jou, net zoals de kleine sproetjes op mijn neus. Ja, zoals je hier nu voor me staat. Alles klopt. Toch voelt het niet goed.

De herinnering staat nog goed in mijn geheugen gegrift. Ik, in pyjama met mijn knuffelbeer, kijkend hoe mama wegging. Politie. ‘Papa komt eraan, geen zorgen,’ probeerde de buurvrouw met troostende woorden. Papa zou komen, inderdaad. Maar waar ging mama heen?

Jaren vlogen voorbij. Het meisje met de knuffelbeer groeide op. Ze ruilde haar poppen in voor pen en papier. De vlechtjes in haar haren liet ze dansen.
Jij was als mijn anker, mama. Zodra ik je los liet ging alles beter. Met windkracht tien in de zeilen ging ik vooruit.

Jaren later valt er een brief op de mat. Mama is ziek, staat er geschreven. Ja, dat weet ik. Maar niet alleen op de manier waarop je met mij bent omgegaan. Je lichaam geeft het op.

Kanker.

Ik ben in tweestrijd. Wat voor verschrikkelijke dochter wil haar eigen zieke moeder niet zien? Tegelijkertijd, is dit het waard? De pijnlijke herinneringen van de afgelopen jaren, zullen zij niet naar boven komen en mij tegelijkertijd naar beneden trekken als een anker?

Voor het eerst sinds jaren kruist mijn blik de jouwe. Ja, ik heb jouw ogen. Mijn lippen komen overeen met die van jou, net als de kleine sproetjes op mijn neus. Ik ben in tweestrijd. Jij bent de vrouw die ik zou moeten herkennen. Als een reflectie, een deel van mezelf…

Vandaag heb ik je ontmoet. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen voor jou en mij. Toch voel ik me lichter. We hebben het juiste gedaan, wij allebei. Het is goed.