Parkeergarages

Fons Nijpels 11 dec 2022

Wat heb ik een hekel aan parkeergarages! En ze worden steeds groter en onoverzichtelijker. Ik weet niet hoe het komt maar ik verdwaal altijd, vooral bij het eerste bezoek. Het wordt pas minder als ik een bepaalde garage meerdere malen heb bezocht, maar dan nog. Het blijven enge, naargeestige ondingen.

Jaren geleden waren we eens met een huurauto in Las Vegas. Op straat parkeren is er daar niet bij, dus we reden bij daglicht een knoepert van een gebouw binnen en vonden na lang zoeken eindelijk een plek. Buiten hadden ze aangegeven dat er nog meer dan driehonderd plekken beschikbaar zouden zijn, maar om die te vinden moesten eerst heel wat etages worden afgezocht en vele rondjes gereden. Nergens daglicht of ramen, dus je raakt al snel gedesoriënteerd. Enfin, eindelijk een plek gevonden. Proberen goed onthouden waar die staat, anders heb je straks een probleem. En wij te voet Las Vegas in. Vele uren later, het was inmiddels donker geworden, kwamen we terug in het gebouw. Blijkbaar hadden we toch iets niet goed onthouden, want we konden onze huurauto, waarvan we natuurlijk ook het kenteken niet uit het hoofd wisten, niet meer vinden.

Doolhof naar de uitgang

Overal zoeken, totdat we na een stief kwartier plotseling vanuit het niets via een luidspreker ruw werden toegeschreeuwd wat we wel aan het doen waren? Blijkbaar werden we via camera’s in de gaten gehouden. Grote schrik, maar we werden verwezen naar een microfoon vlakbij, en konden daar met het niets communiceren om te melden dat we onze auto niet meer konden vinden. Enfin na een minuut of wat, wist de stem uit het donker te melden waar die stond. We bleken op de verkeerde etage te zijn. Die tellen ze in de USA anders. We vonden eindelijk de auto en reden via een doolhof naar de uitgang. Daar aangekomen liet de automaat ons niet door, want er was te veel tijd verstreken tussen betalen en uitrijden. De ongeduldige automobilisten achter ons waren niet graag genegen ons achteruit te laten rijden, maar uiteindelijk lukte dat, en we reden terug om een betaalautomaat te vinden. Bijbetaald, en toen alsnog naar buiten kunnen komen. Maar wel met het zweet op de rug en een trauma rijker. Onze nog jonge zoon kon van de angst ’s nachts niet slapen, en wij door hem niet.

Een paar jaar later was ik voor het eerst in Kaapstad en had een auto gehuurd. Die moest ik ophalen in het centrum van de stad in een oud gebouw. Ik zou voor het eerst links gaan rijden, en daar had ik bij voorbaat al nachtmerries van. Maar ja, je moet er doorheen. Na het afwikkelen van de formaliteiten, kreeg ik de sleutel en uitgelegd waar het voertuig geparkeerd stond. Dat was op de zesde verdieping naar beneden en er was geen lift. Ik vond de wagen moeiteloos, kreeg hem aan de praat, oefende wat met schakelen met de verkeerde hand, en zette de uittocht in. De locatie was voorzien van meer pilaren dan auto’s en het kostte me grote moeite ze stuk voor stuk te ontwijken en veilig buiten te komen. Daar vond de eerste echte confrontatie met het linkse verkeer plaats, en het zweet stond me al op de rug vanwege die enge parkeergarage. Enfin, ik heb het zonder schade overleefd en inmiddels rij ik net zo makkelijk links als rechts. Wel altijd even een knopje in je hoofd omzetten.

Aanslagen in parkeergarages

Onlangs wilde ik naar een groot nieuw museum en daar aangekomen kon alleen geparkeerd worden in een parkeergarage. Het zweet brak me alweer uit. Zonder me bewust te zijn van een keuze te hebben gemaakt, kwam ik via een donkere tunnel met vele bochten terecht in de benedenste kelderetage met volop plek. Dus snel, bij de ingang dus, dat vindt straks makkelijk terug, geparkeerd. Auto goed afgesloten en goed de plek onthouden: C25 in P3. Eindelijk de lift gevonden, want die was niet nabij, in de doodstille bijna lege, afzichtelijk grote ondergrondse bunker. Ik dacht aan de vele filmische moorden en aanslagen in parkeergarages. Buiten gekomen zuchtte ik verlicht om weer daglicht te zien, en trachtte goed in me op te nemen waar de ingang was. Op naar het museum waar ik een paar uur verbleef en vol raakte van al het moois. Uiteindelijk de weg terug ingeslagen, moeiteloos de ingang gevonden, en afgedaald naar P3.

Daar moest ik eerst betalen, maar de automaat stond in stand ‘buiten dienst’. Terug omhoog naar P2, daar werkte de automaat wel, maar weigerde desondanks elke pintransactie. Betalen kon alleen met munt- of papiergeld. Het papieren biljet werd drie keer geweigerd, maar bij de vierde keer lukte het dan toch. Zweetdruppels parelden alweer op mijn voorhoofd. Met de trap terug naar P3, want ook liften kunnen kuren. En toen was mijn auto weer niet te vinden. Ik dwaalde rond door de lege, ondergrondse, tl-verlichte betonvlakte. Ik vond C25, maar daar stond niet mijn auto. Bleek dat de garage ook nog was onderverdeeld in secties, en daarvan had ik dus ook het nummer moeten onthouden. In sectie 4 vond ik dan toch mijn vervoermiddel. Ik startte en volgde de aanwijzingen naar de ‘exit’, draaide vele rondjes en meende de slagboom al te zien, maar daar stonden nog een paar pilaren en drempels tussen. Plotseling eindigde ik tegen een blinde muur. Wat te doen? Achter me las ik de geïmproviseerde aanwijzing ‘uitgang via P2’. Ik moest dus eerst zien een etage hoger te komen. Via een draaiende oprit kwam ik daar en bij de slagboom. Ik vreesde een herhaling van Las Vegas, maar goddank liet het kreng me door en kon ik, o heerlijkheid, buiten mijn weg vervolgen.

Ik weet niet hoe de architecten het voor elkaar krijgen, maar mij bezorgen hun ontwerpen van parkeergarages me nachtmerries en angsten. Tezamen met al die automatiek.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.