Oud
Ik kwam laatst iemand tegen en goed ook! Mijzelf… Oud word je tegen wil en dank zodra je de 65 bent gepasseerd. En potvolblommen nog aan toe, gepasseerd word je hoor. Ik vind er geen sodemieter aan, aan dat ouder worden, bah!
Je kunt mijn avonturen van het oud worden onderverdelen in verschillende kwalificaties zoals:
1: De lichamelijke gezondheid. 2: De mentale gezondheid. 3: Oud zijn en de instanties. 4: Toekomst en verleden.
1: De lichamelijke gezondheid
Mijn hele lijf is aan het piepen en kraken. Dit lichaam is echt niet gemaakt om oud te worden. Voor drie verschillende pijnstreken loop ik bij de fysio, een vierde pijnstreek is al opgegeven: mijn rug. Na twee jaar van diverse behandelingen in de pijnpoli, heeft de behandelend arts het maar opgegeven. De laatste keer dat ik hem zag, gaf hij me een hand en wenste me een welgemeend ‘het gaat u goed’. Jaja, eerst flink de zakken gevuld en er niks aan hebben kunnen doen, nog niet eens een plausibele verklaring gekregen. Ook een second opinion bood mij geen uitsluitsel. OK, ik kan er oud mee worden…
Kost allemaal niks hoor, dat oud worden. Sowieso ben ik het eigen risico van de ziektekostenverzekering direct al kwijt aan de diverse medicijnen en behandelingen. Tja, die kosten die er komen als je oud bent.
- Pdologisch aangemeten schoeisel. Heb ik mij ook aan laten smeren, wat een ellende. Bij het dragen van die schoenen viel ik zo hard op mijn snufferd met als gevolg weer een ziekenhuisbezoek met röntgenfoto’s en al om te concluderen dat er een stukje bot van mijn enkel was afgebroken. „Gaat vanzelf over meneer! Een week of zes duurt dat.” Ik heb die pokkeschoenen direct in de kliko gesodemieterd.
- Zowat elk jaar een nieuwe verrekijker, een bril dus. Tja, met de afwijkingen die ik aan mijn ogen heb, krijg je toch echt geen tweede bril gratis hoor. Schuiven maar dus.
- De tandarts. Als je oud bent geworden dan blijft je binnensmonds ook weinig bespaard. Binnenkort moeten er vier tracties worden verricht om mij daarna een frame aan te laten meten. Implantaten zijn te duur om over na te denken, een duizendje per stuk. Het frame kost ook meer dan duizend eurootjes en ja hoor, ondanks meer dan 50 jaar bijgedragen te hebben aan onze ziektekostenverzekeringen, mag ik ook daarvoor zelf nog zo’n 600 euro uit eigen zak bijdragen. Hoppa. Poetsen heeft dus weinig zin gehad.
- Haha, nog zo’n euvel bij het ouder worden: elke nacht een keer of twee, drie moeten pissen. Houd je toch wat uit je slaap. De prostaat is gelukkig verder wel nog OK maar groter is hij wel, vandaar dat benauwde plassen. Vroeger piste ik op afstand de schors van een eik, nu druppel ik nog net niet op mijn schoenen…
- Zo ga ik meerdere keren per jaar de huisarts, want die moet ook wat verdienen. Elk half jaar de bloeddruk laten controleren bijvoorbeeld, het mot maar.
- Medicijngebruik neemt alleen maar toe. Zo heb ik medicijnen tegen het restless legs syndrom, twee verschillende medicijnen tegen te hoge bloeddruk, medicijnen om mijn prostaat niet te groot te laten worden en pijnstillers tegen de (rug)pijn.
- Het gehoor neemt ook af. Of het hier gaat om echte of om Oost-Indische doofheid valt nog te betwijfelen… Vraag dat mijn vrouw maar.
2: De mentale gezondheid neemt alleen maar af
Ik loop naar de koelkast en eenmaal aangekomen bedenk ik me: wat ging ik ook alweer doen? Zo ook als ik iets ga opzoeken op Google, maar wat ook alweer? „Schat, ruim jij de vaatwasser leeg?” Vervolgens vergeet ik dat compleet te gaan doen, uit mijn systeem.
Zo zit ik uren na te denken over de naam van een bekende artiest want dat nummer is zo bekend! Ik kom er maar niet op, ligt op het puntje van mijn tong, ik word boos omdat het mij maar niet te binnen schiet en vervolgens komt het dan de volgende dag binnen, jawel.
Wat ik bijvoorbeeld op mijn 15de deed op welke dag dan ook, herinner ik mij als geen ander. Het geheugen van een olifant. Maar dat van gisteren?
Herkenbaar? Wen er maar aan hoor, het wordt gewoonte. Het beangstigt me. Zal toch niet gaan dementeren, denk ik dan? Maar voordat ik het weet ben ik die zorgen alweer kwijt. Vergeten dus, haha.
3: Oud zijn en de instanties
Zeer gelukkige beslissing geweest in 1996, meedoen aan een PC-privéproject van mijn toenmalige werkgever: de NS. Dankzij dat project ben ik vanaf die datum ook de digitale snelweg op gegaan. Die slag heb ik dus niet gemist en daardoor ben ik in staat in te loggen op de websites van onder andere instanties als de Belastingdienst, SVB, Pensioenfondsen, CZ, Gemeente, CBR, RDW, RIVM, Banken, Ziekenhuis en ga zo maar door.
Alles maar dan ook alles moet online, want bellen naar instanties, diepe zucht, daar heb je dan wel heel erg veel geduld voor nodig. Want eerst moet je ongevraagd aanhoren wat je allemaal op de website van betrokken instantie kan doen voordat je in de wacht wordt gezetk. Wat dan gemiddeld weer een kwartier tot een uur kan duren voordat je iemand te spreken krijgt. En die iemand is dan meestal weer niet in staat op je vragen te antwoorden. Die drukken je weer even in de wacht om ruggespraak te houden, alvorens zij een opgelezen antwoord gaan geven op je vraag. Soms is het smachten naar een loket…
Mijn ouder broer (70) heeft die slag wel gemist en kan niks met een computer. Ook niet met een mobieltje en hij heeft dus iemand nodig die dat voor hem doet. Ik doe dat graag, maar het zou niet moeten mogen.
4: Toekomst en verleden
De gemiddelde leeftijd voor mannen geboren in 1957 bedraagt 71,39 jaar. Oei! Dat is nu toch best wel even schrikken, want mijn levenslust vraagt toch echt wel om meer. Maar laten we het voor het gemak maar eens houden op 75 jaar. Als ik een diagonale lijn zou trekken vanaf mijn geboorte (0) tot mijn verwachte sterfdag (75), dan heb ik nu nog maar 13,3 procent over van mijn toekomst welke in 1957 100 procent bedroeg.
Dit verklaart waarom ik mij maar moeilijk nog kan focussen op een toekomst, ik kijk nog maar weinig ergens echt naar uit. Natuurlijk zijn er wel dingen om naar uit te kijken, zoals bijvoorbeeld het afstuderen van mijn jongste zoon of het grootvader worden, ooit. Maar verder heb ik weinig om naar uit te kijken. Wat is er nu nog boeiend en spannend om naar uit te kijken? Ik zou er bijna mistroostig van worden. Toch maar niet want ik ben, zoals ik dat zelf graag noem, een positivo in hart en nieren!
Maar het leuke is dan toch wel het verleden. Immers, dat wordt aldoor maar groter en groter en dat maakt me dan toch blij omdat ik vaak moet lachen om de verschillen van toen en nu. Honderden voorbeelden heb ik daarvan, maar ik beperk me vanwege het aantal ‘karakters’ tot enkele voorbeelden.
Het mooiste voorbeeld vind ik de digitale revolutie, wie had dat gedacht. Van grammofoon tot muziek in de cloud! Van een auto aanslingeren tot volledig autonoom rijden. Nu al zet ik mijn route over vanaf mijn mobiel naar mijn auto bijvoorbeeld. Van een agenda in je binnenzak tot een Iwatch om je pols. De telefoon van draaischijf via druktoetsen naar de huidige mobiele telefoons.
Straks krijg je bij je geboorte een chip in je kont en de rest van je leven ben je geprogrammeerd, hoor. Als je ziek bent hoef je dan niet meer naar de dokter, want die kijkt naar je via de computer welke verbinding maakt met je chip. Van cowboytje spelen tot Grand Theft Auto, je tegenstander bevindt zich elders op de wereld.
Ik heb het allemaal zien gebeuren. En dat doet me denken aan een boek van Geert Mak, De eeuw van mijn vader. Mijn eeuw is alweer heel erg veel anders dan die van zijn vader, al zitten we qua tijdspanne nog zo kort op elkaar.
Oh ja, boeken lezen is iets wat ik vroeger dagelijks deed. Nu zit ik de gehele dag te lezen op mijn computer, wat dan ook. Boeken, daar heb ik het geduld niet meer voor. Toen ik een jaar of 7 was, kregen wij van Sinterklaas het boek Alleen op de Wereld van Hector Malot. We moesten het wel delen van de Sint. Niet inhoudelijk, maar qua titel was die Malot zijn tijd al ver vooruit, de ‘Nostradamus’ van mijn eeuw.
Alleen op de wereld ben je meer en meer naarmate je ouder wordt.