Racismedebat mist nuance

Sebastian Cornielje 30 jun 2020

De dood van George Floyd heeft de afgelopen tijd voor veel commotie gezorgd, waarbij in de politiek een consensus is bereikt over de ernst en gevolgen van het incident voor de maatschappij. Ook het bedrijfsleven neemt deel door hun logo in de regenboogvlag te verwikkelen en zich uit te spreken over racisme en diversiteit.

Zeer hartverwarmend allemaal, maar de geschiedenis wijst er toch op dat als iedereen het zo eens is over een onderwerp, dat weinig goeds kan betekenen voor de toekomst.

Als het verleden ons iets leert dan is het wel dat men twee keer moet nadenken als er een algehele consensus is binnen de samenleving. Noch kapitalisme, noch onze democratie zijn gebaseerd op collectieve overeenstemming, maar respectievelijk competitie en een combinatie van compromissen en oppositie. Menigeen zou natuurlijk stellen dat de dood van Floyd zo overtuigend onrechtvaardig is dat overeenstemming de enig uitkomst zou moeten zijn, maar zo werkt de democratie niet. Een tegenwicht is juist van belang om realistisch en relatief naar een onderwerp te kijken, teneinde extreme situaties te voorkomen. Dat dit tegenwicht ontbreekt, doet de vraag rijzen wat het belang is voor sommige partijen om zich koest te houden.

Dubieus

De afgelopen jaren is merkactivisme steeds meer in zwang geraakt binnen het bedrijfsleven, het financieren van stichtingen en projecten, een identiteit bepalen voor het bedrijf, et cetera. Dat een bedrijf als Tony Chocolonely dat doet is tot daaraan toe, socio-economische rechtvaardigheid is verweven in hun bedrijfsmodel, maar dat organisaties als ING, J.P. Morgan en Goldman Sachs zich behept voelen met enig cultureel debat is dubieus. Deze bedrijven zijn gefocust op een enkel onderwerp, de bottom line, ofwel hoeveel het schuift. Dat heeft zijn voordelen, namelijk dat racisme en verdere banaliteiten niet de boventoon hebben binnen deze bedrijven, maar als nadeel dat winst prevaleert boven het welzijn van de maatschappij. Zulks is wel gebleken door de aanzienlijke rol die de genoemde bedrijven hebben gespeeld in de kredietcrisis, laat staan de ontelbare fraudezaken en de net niet illegale fiscale constructies waar ze mee geassocieerd worden. Dat naast dit winstbejag deze bedrijven zich oprecht willen mengen in het publieke debat uit hoofde van ideologie is niet voor de hand liggend. Het is eerder een tamelijk onsmakelijke marketing truc die wanhopig en wanstaltig van elkaar wordt overgenomen om maar niet uit de voorkeur te raken bij de consument. Voorgaande daden zouden zwaarder moeten wegen dan de huidige uiting van een bedrijf zijn identiteit.

Al decennialang voert het westen holle oorlogen die hetgeen waar ze tegen vechten verergerd. De war on drugs van Reagan resulteerde in de groei van drugskartels, Bush zijn war on terror in de stichting van ISIS. De huidige oorlog tegen racisme, seksisme en vóór diversiteit veroorzaakt respectievelijk politieke en etnische polarisatie, relationele en sociale problemen tussen man en vrouw en een egalitaire maatschappij, niet wat esthetiek betreft, er zijn zoveel kleuren haar als de regenboogvlag telt, maar wel qua gedachtegoed. Iemand die zich niet volledig onderdompelt in een specifiek gedachtegoed, vroeger noemde men dat nuance, staat hoon en sociaal isolement te wachten. Het ontbreekt onze maatschappij niet aan gelijke betaling van man en vrouw of afdoende gender neutrale toiletten, maar aan realiteitszin en relativeringsvermogen.

Transparantie

Dat wat Floyd is aangedaan inhumaan is, hoeft niet verder besproken te worden, ook is het zeer goed dat organisaties de transparantie eisen die ontbrak bij de zaak van Eric Garner, maar van belang is dat we Floyd zelf niet gaan verheerlijken. Hij heeft verscheidene misdrijven gepleegd en tijdens zijn autopsie waren sporen van methamfetamine gevonden in zijn bloed, niet het profiel van de gemiddelde burger. Verder was het vermoede van betaling met vals geld een gegronde reden voor arrestatie, en was het hardhandig handelen van de handhaving het resultaat van zijn weerstand om in de politieauto te gaan. Dat er een zee van verschil is tussen hardhandig optreden en moord is evident, en dat het laatste in zijn situatie het geval bleek betreft ook geen punt van discussie, zoveel kan uit de processen verbaal en video’s verklaard worden.

Kortom ontbreekt het momenteel aan relativeringsvermogen binnen het publieke debat, en is het demoniseren van handhaving en het verheerlijken van slachtoffers niet effectief voor de preventie van racisme. Terwijl het bedrijfsleven zich niet kan weerhouden van het kapitaliseren op de oorlog tegen racisme, seksisme en vóór diversiteit, is het meest beangstigende toch wel het feit dat binnen de politiek zo weinig oppositie is gebleken, waar de reden daarvoor nog in het ongewisse ligt.