De Efteling gaat weer open

Erwin Troost 18 mei 2020

Er was eens een sprookjesbos. Sneeuwwitje wandelt daar, komt moe bij een huisje en besluit uit te rusten. Uiteindelijk komen de bewoners thuis. Het zijn zeven dwergen. Eentje doet de lamp aan en de anderen zien dat er iemand in het huisje is geweest. Ze gaan op zoek en vinden Sneeuwwitje slapend in een bedje. Ze leggen een opblaasdwerg neer, zodat ze 1.5 meter afstand houden en maken kennis. Een dag later gaan de dwergen werken als handhavertjes zonder mondkapjes. Aan het einde van de dag keren ze terug naar hun kleine kutwoning. En daar vinden ze Sneeuwwitje, maar ze ademt niet meer. Zij wordt acuut naar het IC gebracht. Een arts ziet Sneeuwwitje en zoiets moois heeft hij nooit op Tinder gezien. Hij zou haar willen aanraken. Huidhonger heet dat. Hij komt te dichtbij en Sneeuwwitje dondert uit het bed. Daarop schiet er een rol toiletpapier uit haar smoel. Waarop Sneeuwwitje ontwaakt en de dokter bedankt met een minuut lang applaus. Haar held.

Er gebeurd veel in dat park. Holle Bolle Gijs is 40 kilo afgevallen, met Langnek weten ze niet wat ze moeten doen. Als die gaat niezen kan het park weer sluiten. Heeft Klein Duimpje ontsmettingsgel gebruikt? Je weet nooit waar hij zijn duim ingestopt heeft? Toch niet in een neus of in een mond? Daar is de wereld bang voor. Een duimpje in de bips kan best op 1,5 meter afstand. Behalve als je Klein Duimpje bent.

Het zijn lastige tijden voor het sprookjesbos. De prins mag Doornroosje niet wakker zoenen. Daar worden boetes voor uitgeschreven. De oma van Roodkapje mag het verzorgingstehuis niet uit. Ook de wolf wordt niet binnen gelaten en dus beland oma niet in zijn buik. Maar Roodmondkapje mag oma ook niet meer bezoeken. Dus Roodmondkapje besluit naar de coffeeshop te gaan en ziet Indische Waterlelies zingen en denkt: ‘Shit, dit is vette wiet zeg!’

Het schijnt dat de Boze Wolf er doorheen zit, omdat hij niet aan heroïne kan komen. En ergens in het bos kijkt een heks hongerig naar Hans en Grietje en zegt: “Knibbel, knabbel, knuisje. Wie zit er quarantaine in mijn huisje?” De heks is een boze bitch geworden, omdat ze vanwege de regels het haar van Raponsje niet mag knippen. Raponsjes haar reikt niet alleen tot aan de grond, maar verder, en de muzikale paddenstoelen, boomklevers, het goudhaantje, de bonte specht en padden raken verstrikt in Raponsjes haar. Waardoor ze naar beneden flikkert bovenop de zeven dwergen, waarop deze geplet worden en zij met een fikse boete zit. Ze droeg ook nog eens geen mondmasker. Ja dames en heren, de Efteling mag weer open.