Geen proefballonnen, maar een visie
Een paar jaar nadat Klaas Dijkhoff (VVD), ongewild of gewild, de proefballonnenkoning van Nederland werd, vindt hij een waardige opvolger in zijn progressief-liberale collega Maarten Groothuizen (D66). Diens voorstel om Afrikaanse migranten naar Nederland te halen om zo arbeidsmarktproblemen op te lossen, ontmoette een zondvloed van kritiek en sneuvelde al voordat het enigszins levensvatbaar was.
Zo gaat het met proefballonnetjes. Wellicht ingegeven door populistische tendenzen zien sommige politici het als hun taak om een, bij voorbaat controversiële, proefballon op te laten zonder enige goede onderbouwing of enig besef van een maatschappelijke context. Ze gaan over tot wat dom geklets in de ruimte, krijgen hun eigen ’15 minutes of fame’ via de media, die er maar al te graag op inhaken, en laten vervolgens het idee weer een zachte dood sterven. Waarschijnlijk zien dit soort politici zichzelf als visionair die het volk kunnen verheffen en willen zij laten zien dat zij écht hebben nagedacht over de structurele problemen van deze tijd. In werkelijkheid zijn het preeksmurfen die ‘wijsheden’ verkondigen die niet getuigen van een visie maar van de onbedwingbare drang om een drol te draaien.
De vraag rijst: waarom willen politici een droldraaiende preeksmurf zijn? Met verkiezingen kan het bijna niet te maken hebben, tenzij zij daadwerkelijk als domme smurf in een ivoren torentje leven. Het meest waarschijnlijk is dat het gaat om smurfen die zichzelf zien als heiland die het domme volk de weg zal wijzen. Deze smurfen met narcistische inslag geilen op de aandacht en – hoe ongelofelijk ook – op de stortvloed van kritiek die zij over zich heen krijgen. De kritiek sterkt hen alleen in hun overtuiging dat zij gelijk hebben, zij stelt ze ook in staat om zich slachtoffer te voelen van het volk dat hen niet begrijpt.
In onze samenleving lijkt er steeds meer ruimte te ontstaan voor kortzichtige ideeën die het vuurtje opstoken, zodat er steeds minder ruimte overblijft voor een onderbouwde visie op een gewenste samenleving. In een wereld waarin het mantra van de oneindige groei, het verlangen naar meer, en polariserend denken de onontkoombare krachten zijn die ‘beleid’ bepalen, is er behoefte aan grote denkers die ruimte creëren voor gedachten over een andere wereld, een betere wereld. Tenslotte: wat mij betreft liggen de vertrekpunten voor het vormgeven van die wereld in gedachten over mededogen, welzijn, vrijheid, eerlijke verdeling en inclusiviteit.