Figuurzagen voor meisjes
Het is het jaar 1986. Het jaar dat Willem Alexander mee schaatst in de Elfstedentocht. Het jaar dat Tsjernobyl en de Challenger ontploffen. Het jaar dat de Deltawerken voltooid zijn en het jaar waarin ik als 10 jarige besluit dat breien niets voor mij is.
Ik zit op een dorpsschool in Noord-Oost Groningen. Op elke dinsdagmiddag krijg ik samen met de 4 andere meisjes uit mijn klas breiles van de moeder van Jolanda.
En ook vandaag kijkt ze misprijzend naar het 5 centimeter blauwe breisel dat ik onder uit mijn tas vis. Het is inderdaad wat viezig. Er zitten kruimels Evergreen op en een vetvlek van een Bifi-worstje.
Ik ben al anderhalf jaar bezig met het breien van een clown. Mijn moeder kan, terwijl ze Flying Doctors kijkt, met drie breinaalden tegelijk een paar sokken voor mijn vader breien. Ik ben na anderhalf jaar nog steeds niet verder dan het tweede been.
Ook mijn beste vriendin Petra is al 8 maanden bezig met het borduren van een konijn ter grootte van een luciferdoosje. De moeder van Jolanda zegt dat Petra de steken die ze het afgelopen half uur gemaakt heeft, allemaal weer moet uithalen omdat ze niet gelijk zijn.
Petra rolt met haar ogen en ik moet lachen.
Aan het einde van het uur volgen de 4 jongens uit mijn klas zich weer bij ons. Ze komen van zolder en ruiken naar zaagsel. Ik houd van de geur van zaagsel. Vol jaloezie kijk ik naar de vogel die Arend, Arnold, Engel en Heino hebben gemaakt. Je kan ‘m aan het plafond hangen en dan vliegt ‘ie ook nog echt.
Thuis beklaag ik me voor de zoveelste keer bij mijn ouders over de breiles en smeek ik mijn moeder de clown af te breien. Ze weigert.
Mijn ietwat communistische vader stelt voor dat ik een petitie start onder de meisjes van mijn klas. Dat wij ook willen figuurzagen.
De volgende dag sta ik met een blanco vel op het schoolplein. Alle 5 tekenen we. Vooral Jolanda is enthousiast, want die wil wel eens les van iemand anders dan haar moeder. Het mag, onder 1 voorwaarde, dat we de werkjes waar we nu mee bezig zijn afmaken. Mijn moed zakt me in de schoenen. Dat gaat nog zeker 4 jaar duren. De volgende dag word ik wakker en op de keukentafel staat een foeilelijke zwart met blauw gebreide clown. Het bovenste gedeelte is opvallend netter gebreid dan het onderste.
Die dinsdag mag ik voor het eerst naar zolder. In figuurzagen blijk ik nog slechter dan in breien. Maar het ruikt er naar zaagsel en dat is genoeg.