Je moet er dwars doorheen
De eerste levensles die ik onbewust mee heb gekregen door een boek dat me altijd werd voorgelezen is "We kunnen er niet omheen, we kunnen er niet onderdoor, we moeten er dwars doorheen."
De regen verspert me het zicht op het wegdek. M’n wimpers proberen de druppels nog enigszins weg te knipperen, maar dat is tevergeefs. Ik nader een plas en scheur er dwars doorheen.
Ik heb geen tijd om te schuilen, als ik al de optie op het oog had gehad. De regen gaat stug door, en dus trap ik nog iets steviger door. De tranen vermengen zich met de druppels, die inmiddels al geen druppels meer zijn, maar meer stromen water. Ik ben doordrenkt, maar moet door zoals ik altijd ben doorgegaan.
Ik knijp mijn ogen samen, droog mijn voorhoofd af, en zie de zon door de wolken prikken. Een lach verschijnt op mijn gezicht. We kunnen er niet overheen, we kunnen er niet onderdoor, we kunnen er niet omheen, we moeten er dwars doorheen.