Wat een wespennest

Monique Louis 14 jul 2019

Er wordt gebeld, ik doe open. Er staat een man voor me met een wit pak aan. Het lijkt op een overall. Ook zijn hoofd is bedekt. Voor zijn gezicht draagt hij gaas. Zijn ogen kijken me vanachter het rooster aan. Ik kijk terug. Er klinkt een wijsje in mijn hoofd. Even ben ik van mijn stuk gebracht.

‘Dit is mijn beschermpak’, zegt Stefan. Snel doe ik een stap opzij. Stefan stapt de kamer in, via de keuken loopt hij onze tuin door. Bij de schutting stopt hij, kijkt nog een keer naar het gat in de grond. We hebben een wespennest, daarom heb ik Stefan besteld. Hij had zich al aan ons voorgesteld, voordat hij zei: ik ga even naar mijn auto om mijn pak aan te trekken en het gif klaar te maken. Dit kan even duren’.

‘Ja, het is een flink gat, zegt hij. Dus je denkt niet, bellen ze me hiervoor?’, vraag ik, hengelend naar bevestiging. Nee, zeker niet, antwoordt hij. ‘Grondwespen zijn agressiever, helemaal in deze tijd van het jaar’. ‘Ik zou wel een foto van je willen maken’, zeg ik. Het klinkt als een oneerbaar voorstel. ‘Dat is goed hoor’. Ik vind Stefan een aardige man. Zo’n man die geen vlieg kwaad doet.

Ik moet de koningin zien te doden, dan zijn ze nergens meer, zegt Stefan. ‘Ze leven voor de koningin. Als ik haar weet te raken, dan komen er ook geen andere wespen meer op af’. ‘De koningin?’, echo ik. ‘Dat is bij bijen toch net zo?’ ‘En bij mieren’, voegt hij er aan toe. Kijk, wijst Stefan, als hij het gif heeft gespoten. Ik kijk van een afstandje toe. ‘Nu wordt het even heel druk, ze weten niet wat er gebeurt’.

Dat is net als bij ‘de Minions’, roep ik over mijn schouder naar zoon, weet je nog, die film? Dat ze voor hun leider wilden leven, blij en actief. Toen de leider dood was, waren ze somber, hadden ze geen zin meer’. Ja, knikt zoon. Hij staat op veilige afstand, op het terras.

Stefan staat op, sluit de gif blusser af. ‘Over een uurtje of twee, moet de bedrijvigheid een stuk minder worden. Mocht je na een dag of drie nog steeds wespen zien bij het gat, bel me dan, dan kom ik nog een keer langs.’ Ik knik. Dag, zeg ik. Dag, zegt Stefan.

Ik sluit de deur achter hem. Nu weet ik het, roep ik. ‘Man on the moon’ van R.E.M! Even later kijken zoon en ik naar YouTube.