Op zoek naar de menselijkheid in zaken
In mijn drukke leven ben ik gauw een ander aan het ‘pleasen’ in plaats van mezelf. Eigenlijk zou ik eerst lief moeten zijn voor mezelf. Maar goed, zeggen en doen zijn weer twee los van elkaar staande zaken.
Het fascineert me om te zien hoe vaak de goedbedoelde adviezen voor een ander zo slecht worden opgevolgd door de adviesgever. Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik me ook tot die doelgroep schaar. Wellicht heb ik dit weer van mijn moeder overgenomen. We zijn allebei sterke vrouwen, maar we hebben een klein hartje. We zijn zeker niet bang om onze kwetsbare kant te tonen. Misschien is het daarom dat de mensen aan ons blijven klitten.
Al van jongs af aan merkte ik dat een bepaalde afstand tot een gesprekspartner me niet lekker zat. Ik probeerde dan toch het gesprek aan te gaan en vaak luisterde ik gewoon, zonder te oordelen. Ook in mijn werk pas ik dit toe. Gewoon babbelen met de mensen. Dan leeft alles ook méér dan op papier. Ik heb het geluk dat ik van mijn passie voor mensen en het Recht mijn werk heb kunnen maken. Ik zie het dus niet meer als werken of een verplichting.
Eigenlijk is er ook geen goed of fout antwoord. Wel is er de zorg voor wederzijds begrip en het openstaan voor elkaars meningen. Mijn doel is nooit om gelijk te hebben maar wel naar een ander toe te vertalen wat wel of niet kan en mag. Ik zie mezelf dus als een vertaler van wetten en regels. Mijn doel is nooit om te schrijven, maar juist te onderzoeken op welke wijze een boodschap overkomt zodat er met het oog op de toekomst anders kan worden gehandeld door die ander.
Ik ben geen boeman en dat wil ik ook niet zijn. Als brenger van de boodschap vang ik uiteraard altijd wel de klappen. Maar goed, dat is een kwestie van incasseren, een stapje terug doen, zorgen voor een adempauze en dan terrein proberen te winnen door toch jouw kant van het verhaal onderbouwd te weerleggen.
Ergens in mijn verhaal komt dan toch het moment dat er een AHA-moment komt bij mijn gesprekspartner en dat gebeurt ook nog eens vrij snel. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik de tijd en rust neem voor een gesprek. Ik merk dat mensen in het gejaagde leven van nu helemaal niet zitten te wachten op een brief of een e-mail maar juist op een fijne stem of gewoon dat moment dat je elkaar in de ogen kunt aankijken in een 1 op 1 gesprek.
Ergens tussen het leren en werken door zijn we de mens uit het oog verloren. Terwijl de mens het vertrekpunt is. Niemand wint of verliest er in mijn optiek als je mensen met elkaar verbindt.