Met of zonder spekjes?
Het moet gezegd, sinds ik in Limburg woon, koester ik mijn Brabantse wortels. Het blijkt maar weer dat wat eens vanzelfsprekend was, zomaar bijzonder kan worden. Dat geldt voor het Brabantse dialect, maar misschien nog wel meer voor haar culinaire (eigen)aardigheden. Als neveneffect levert het ook voer voor discussie op. Zo verzeilde ik – kort na de verhuizing – in een komische maar desalniettemin bloedserieuze twist met manlief over de vraag welke bloedworst het lekkerst is. Zonder spekjes (op Limburgse wijze) of met spekjes (u raadt het al). Hét argument voor de Limburgse variant was dat ook in Frankrijk de bloedworst zonder spekjes gemaakt werd. Ik raakte niet onder indruk. Ik bracht er tegenin dat ‘mijn’ bloedworst smeuïger bleef. Daar was manlief het niet mee eens. De discussie eindigde in een patstelling aangezien in Limburg bij de slager nu eenmaal alleen ‘zonder’ verkocht werd. En als ik iets zeker wist dan dat ik manlief niet zou kunnen overtuigen met de supermarktbloedworst ‘met’.
Ik greep mijn kans toen ik twee weken geleden in mijn geboorteplaats moest zijn. Gelukkig bleek daar de tweede generatie slager nog over het originele recept te beschikken. Aan het einde van de dag ging ik opgetogen weer richting zuiden met een pond echte bloedworst in de tas. Met moeite lukte het me om niets van mijn plannen prijs te geven en de volgende dag verraste ik manlief met het aloude recept uit mijn jeugd met de enige echte originele bloedworst.
Wat dat is?
Begin met het aanfruiten van een tweetal gesnipperde sjalotjes in een klontje roomboter en voeg drie in schijfjes gesneden zoetzure appels toe. Schillen hoeft niet. Let op: geen ‘goudreinet, die wordt moes. Als dat rustig staat te pruttelen, ga je over tot het pièce de résistance: de bloedworst. In plakken van ongeveer 1 centimeter snijden en lekker uitbakken (zonder te verbranden). Als alle worst is gebakken, zijn ook de appeltjes klaar. Lekker met brood!
En kreeg ik gelijk? Helaas, manlief bleef bij zijn voorkeur. Maar ik ben – dankzij de vertrouwde geur en smaak – weer even kind geweest. Ook niet onbelangrijk.