Ramadan en dakloos

Rachida Issaoui 13 jun 2019

Hij zit op dezelfde plek. Dag in dag uit zien we hem daar zitten. Zijn baard ziet eruit als een baard die ruim een jaar niet is geschoren, zijn kleren zijn vies. Hij staart elke keer als ik we er langsrijden voor zich uit, alsof hij scenario’s van zijn leven herbeleeft. Deze man niet ouder dan dertig is dakloos en overgeleverd aan de straat.

Vaak denk ik aan dat beeld gedurende mijn laatste reis aan Marokko. En probeer me in te denken hoe hij daar nu nog steeds zit, overgelaten aan zijn lot. Wat is er gebeurd waardoor hij niet meer in staat is zichzelf te verroeren of voor zichzelf te zorgen?

Op een dag, het is Ramadan we zitten in het restaurant van het hotel en toevallig zie ik hem vanuit het raam weer zitten op dezelfde plek. De zon gaat bijna onder zodat we het vasten kunnen verbreken. De straat geluiden in de stad Nador in het noorden van Marokko beginnen steeds meer te vervagen, want iedereen gaat naar huis om samen te eten.

Hij zit daar moederziel alleen, de hemel is getuige van zijn leed en zonder dat hij het weet is er opeens een vreemdeling die toekijkt. Misschien zijn er meer mensen die hem hebben zien zitten op die plek en zich hebben afgevraagd wat er aan is voorafgegaan, misschien zijn er meer mensen die hem af en toe iets hebben toegestopt, maar er was niemand die hem de juiste hulp bood. Hierdoor bleef zijn situatie onveranderd.

Opeens zie ik een serveerster vanuit het restaurant met een dienblad in haar handen naar buiten haasten. Ze brengt het dienblad naar die dakloze man toe. Nog voordat de hotelgasten hun eerste slok en hap hebben genomen is hij voorzien van zijn avondmaal.

Ik realiseer me dat het in Marokko ontbreekt aan hulpverlening, de mensen zonder geld of inkomsten zijn aan hun lot overgelaten maar ik ben blij om de barmhartigheid die ik vanuit mijn ooghoek aanschouw te zien. De barmhartigheid van de mensen.

En terwijl die man nu waarschijnlijk nog steeds op die plek zit en ik er misschien nooit achterkom wat er is gebeurd, weet ik zeker dat hij ondanks dat hij dakloos is en hulpbehoevend er mensen zullen zijn die hem niet zijn vergeten en hem van alles blijven toestoppen, totdat er misschien een dag aanbreekt dat hij opstaat en met de noorderzon verdwijnt. Wie weet breekt die dag ooit aan.