Onderweg

Oscar van Schijndel 8 mei 2019

“Ik doe de deur dicht, straten lijken te huilen…”

Skip.

Op mijn verjaardag voel ik niet de behoefte naar dit lied te luisteren, hoe mooi het ook is en hoe waar het ook is. De lucht is immers druilerig en ik verlaat mijn huis om een dag buitenshuis te gaan werken. Maar ik wil wel iets anders dan dat clichématige “Happy Birthday” van Stevie Wonder. De krant heb ik die dag overgeslagen; het nieuws redt zich ook wel een dagje zonder mij.
Ik loop naar de HEMA om gebak te halen.

"Ze is mooi als de zon, Julie is hoe ze heet…"

Bert Heerink met een cover van Hot Chocolate, die ik dan ook ruik in de winkel. Zowaar lijkt het buiten wat op te klaren. Even later staat het gebak klaar in de bar van ons bedrijf. Handen schudden. Hoe jong ben je? Nee, ik ben niet oud, ik was gewoon 20 jaar eerder geboren dan de anderen.

“Anne, als ik jou zie ben ik niet meer bij te sturen…”

Dezelfde taal, ander land. Onze zuiderburen. Koen en zijn maten, die hun groepsnaam dankten aan een politieman. Ik weet op dat moment niet dat drie woorden een bepaald verband met elkaar hebben. Tja, het is ingewikkeld.

Drie uur. Het laatste stuk gebak is verorberd. De lege doos is vanaf nu slechts een herinnering aan de inhoud.

In de avond Liverpool tegen Barcelona. Het wonder van Anfield. De supporters schreeuwen het uit.

“En ik zou wel willen schreeuwen, maar het gaat niet…”

Alweer Abel met “Onderweg”. Anne, politieman, zuiderburen. De Belgische politie is, af en toe de wagen bijsturend, onderweg naar hun Anne, die ook onderweg was. Voor haar geen wonder van Schilde. Wat rest, is de herinnering aan een mooie zon die niet meer schijnt.

Een laatste blik naar buiten, voordat ik in bed duik. De straten lijken te huilen. Ik doe de deur dicht.

Rust in vrede, Julie.