Ontlijnen
Het is zo ingeburgerd dat je het pas door hebt als het niet gebeurt. Voorwaarde is dat je het zelf ook moet laten. Wat ik bedoel?
Verplaats je in de volgende situaties. Jonge vrouw met rugzak wurmt zich door de deur van volle sprinter en leunt verveeld kijkend tegen een steunstang. Man komt de wachtkamer van huisarts binnen en vindt de laatste beschikbare stoel tussen een borrelende stoma en twee bacillen rond niezende peuters op schoot van hun naar sigarettenrook riekende moeder. Jij komt snackbar binnen, bestelt drie broodjes kroket en gaat zitten; er is nog acht patat voor je.
Wat gebeurt vervolgens in deze drie omstandigheden? Wat is het meest aannemelijk? Als je kuddematig meegaat in de grootste epidemie van ons tijdsgewricht, kom je er niet achter. Maar ik kan je ongezien op een briefje geven dat zowel de railrunner, de wachtkamenier en jijzelf in de telefoon duiken om virtueel te verdwijnen uit de massa. Om te voorkomen dat je met een willekeurige ander moet communiceren, zoek je naarstig contact met een jouw bekend ander medium. En als niemand jou appt, dan doe je het zelf maar. ‘Moet staan.’ ‘Wat mankeer ik ook weer?’ ‘Met mosterd?’ Dat niveau.
Ik neem tegenwoordig het ding niet meer mee. Dan kom je nog eens aan de praat met, bijvoorbeeld, het frietkot-echtpaar van Turkse afkomst, en realiseert dat je daar klant bent geworden, omdat je het zulke aardige mensen vindt. Terwijl de rest, in afwachting van hun vette hap, ongegeneerd asociaal blijft lijnen.