Pianolastemming
In aanloop naar blue Monday op 21 januari voelt het weldadig ons wolkengrijze land, waar momenteel weinig te beleven valt, te verruilen voor de aangename boorden van de Pacific.
Ik ben in Los Angeles met slechts één doel, eigenlijk twee, maar uiteindelijk één: een duo. Hoewel ik weet waar ik naartoe wil, wandel ik eerst over Hollywood Boulevard en vind daar de eerste. Voor de tweede moet ik Vine Street in lopen. Vervolgens op naar Valhalla Memorial Park Cemetery in Hollywood voor het graf van Oliver ‘Babe’ Hardy, de dikke, en direct door naar Forest Lawn Memorial Park in de Hollywood Hills.
Ik ben van kind af aan een groot bewonderaar van Stan Laurel, de dunne. Als ik naar zijn graf loop, barst ik spontaan hardop in lachen uit. ‘If anyone at my funeral has a long face, I’ll never speak to him again.’ Dit door de komiek zelf opgestelde grafschrift, schiet mij spontaan door het hoofd.
Daarna gaat eindelijk mijn lang gekoesterde wens in vervulling: het beklimmen van de 147 traptreden van de Music Box Steps, waarover de dikke en de dunne ooit een pianola naar boven sleepten. De stenen trap tussen Descanso Drive en Vendome Street, vlakbij Sunset Boulevard, toen tegen een kale heuvel gelegen, ligt ingeklemd tussen huizen. Onderweg naar boven gaan hun even iconische, ontwapenende als komische filmbeelden door mijn hoofd. Het is zo intens dat als Stan zijn wijsvinger in Ollies oog prikt, ikzelf ineens wazig zie. Ik voel geen pijn, wel een traan.