Kijk eens om je heen

Geïrriteerd plofte ik neer op de stoel. Al voor de tweede keer op rij dit jaar – en het is maar pas begonnen – kon ik geen plek in de stiltecoupé bemachtigen.

Nu zat ik dus in een ‘normale’ coupé die ook nog overvol was; niet alleen met de andere ‘normale’ reizigers van dit tijdstip maar ook met oma’s, opa’s en hun kleinkinderen. De kerstvakantie, de tijd voor uitjes, was nog niet voorbij… En de net beleefde avonturen moesten nog (hardop) besproken worden, desnoods ook boven de stoelen heen.

Daar ging mijn plan dan om te gaan werken op de weg naar huis. Ik vind het gepraat over goede voornemens rond deze tijd van het jaar soms vermoeiend, maar had stiekem zelf voorgenomen ‘s avonds mijn laptop minder vaak open te klappen. Het is niet goed voor de gezelligheid, daar heeft manlief gelijk in. En ook niet voor mijn taille, want voor de overuren kan ik mezelf wat extra beloning, in de vorm van chocolade, moeilijk ontzeggen. En dan wordt het straks ook niets met de andere (voorzichtige) plan om minder kleding te gaan kopen in 2019.

Ik sprak mezelf toe: het is maar de tweede werkdag. De dag ervoor sliep ik nog tot negen en deed waar ik… waar mijn zoontje van drie zin in had. Een geleidelijke overgang naar mijn strakke schema, vanaf zes en met een andere baas (ook een aardige, maar toch), kan ik mezelf wel gunnen.

Ik keek om me heen. Pas nu merkte ik het jonge stel tegenover. Ze waren begin twintig, zaten stil, hand in hand. Ze leunde haar hoofd op zijn schouder. Dromerig staarden ze uit het raam. Ik moet er ook zo uitgezien hebben, met mijn eerste grote liefde. De relatie hield korter dan ik hoopte, maar zonder die jongen zou ik nu misschien in een trein in Hongarije zitten (waar de stiltecoupé nog moet worden uitgevonden).

Plotseling hoorde ik hard gegiechel. Een jongetje wees uit het raam. Zijn oma begon uit te leggen dat ‘buitenland’ verwijst naar alle landen buiten Nederland en noemde de buurlanden. Ik volgde hun blik en zag de ICE. Het mannetje luisterde even en wierp zich onstuimig op haar schot. Precies zoals mijn zoontje, dacht ik en kon een glimlach niet onderdrukken.

Gisteravond weer even een ‘normale’ genomen en ik sloeg het chocolaatje over.