mijn dooie tuin heeft niets te zeggen
Ik zit wederom op mijn stoel waar ik al op zat.
Maar dan in een andere houding wat eigenlijk dezelfde is.
Te staren naar mijn dooie tuin om hem te redden.
Ik probeer één te worden met de taal van de tuin.
Om met hen te kunnen communiceren vanuit elkaar.
Om erachter te komen waarom de tuin dood is.
Ik probeer ze te bereiken met een telefoon in mijn hand.
Waar ik niet mee bellen kan naar buiten mijn stoel.
Ik probeer de tuin te redden in de taal die zij spreken.
Die gieter spreekt weer een andere taal dan het water.
Ik sproei nog steeds met de gieter omdat droogte het niet haalt.
En ook al wordt het door de liters water niet nat.
Ik blijf erin geloven dat de droogte ooit ophoudt door het sproeien.
En daarmee de tuin ga redden in een levende tuin.
Waar plantjes groeien en onkruid vergaat uit het niets doen.
Ik probeer dus te communiceren met de tuin.
Wat mij tot heden niet lukt omdat ik hun taal niet begrijp.
Ik spreek alleen maar de taal van de stoel, de opblaasboot & mij.