JUF JOKE (en de stickers)

Op de basisschool waar ik werkte, was altijd wel iemand jarig dus kregen we op kantoor vaak wat bij de koffie. De leerlingen kwamen met zijn drieën. De jarige met het lekkers, een met de pen en de ander met de verjaardagskaart, voor onze felicitaties.
Frank, de directeur eigende zich, met zijn lange armen, altijd al het lekkers toe wat resulteerde in een lacherig gevecht. Daarna tekende hij zijn beroemde poppetje op de kaart. Ondertussen vroeg hij hoe oud de jarige was geworden. De kuif van het poppetje werd gemaakt aan de hand van het aantal jaren dat de leerling oud was. Zes jaar? Dan tekende hij zes plukjes haar op het hoofd van het disco-poppetje.

Dat Juf Joke de allermooiste stickers had, was al snel bekend. Ik deed ook erg mijn best om die te vinden. In elke stad waar ik was zag je mij in warenhuizen, kantoorboekhandels of markten snuffelen. Waar ik erg naar op zoek was, waren stoere stickers voor de bovenbouw. Voor die groep mochten het voor mij geen kinderachtige vierkante plaatjes zijn, maar op de lijn uitgesneden, liefst driedimensionale blitse raceauto’s, indrukwekkende motoren en voor de liefhebbers van muziek, gave instrumenten als drumstellen of elektrische gitaren. De kinderen zouden mij dus zeker niet vergeten met hun lekkers.
Het was een feest voor de kinderen om stickers zelf uit te zoeken, hoewel ze al lang bepaald hadden wat of ze wilden hebben.
Ik hoorde ik de spanning:‘Nee joh, die GELE raceauto weet je wel, die was er vorige week nog!’ Ongeduldig werd mijn hele map binnenste buiten gekeerd.
‘Ik heb ze al aangevuld. Dus ze zitten er in.’ stelde ik ze gerust. Met een zucht van verlichting kwam hij tevoorschijn en de kaartdrager vroeg snel: Juf.Juf. Is die er in maart ook nog?’

‘Ik kan natuurlijk nooit winnen van die stickers van jou.’ zei Frank quasi teleurgesteld als de kinderen weer eens niet bij me weg waren te slaan. Een keuze maken uit zoveel mooie stickers was ook heel moeilijk. Ik zou die eigenlijk moeten beperken. Ik deed het niet. Ik vond het veel te leuk ze dit plezier te doen.

‘Waar koopt u die gouden stickers, Juf Joke?’ vroeg een jarige kleuter. Hij kwam net boven de tafel uit en schoof zijn kroontje wat naar achteren.
‘Dat is nou mijn geheimpje. Dat ga ik niet verklappen.’ lachte ik.
Vlak bij de deur stootten drie kopjes tegen elkaar toen de pendrager zachtjes zei: ‘Je kunt het opzoeken hoor…Bij gouden stickers punt nl.’
Samenzweerderig keken ze achterom, om te zien of ik het echt niet gehoord had.

Joke van Zijl