De hoed doet goed

Het valt me op dat wij ons als reiziger gedragen als ‘eenling’. We zitten graag alleen op een tweezits, hebben allemaal haast en staren uren naar sociale media. Onbewust maak ik vaak onderdeel uit van dit tafereel: een trein vind ik vol wanneer er geen enkele tweezits meer vrij is, ik loop rond alsof ik ontzettende haast heb en wanneer ik alleen reis ben ik te veel gericht op mijn telefoon in plaats van mijn omgeving. Vandaag was anders.

Op weg naar een verjaardag ging ik, met de intentie een eenling te zijn, richting de trein. Ik had weinig bagage, enkel een gigantisch grote Mexicaanse hoed. Het cadeau voor de feestneus van de avond. Op het perron had ik direct aanspraak. Twee mannen lachten vriendelijk en maakten de opmerking: "wat een mooie hoed zeg". Ik glimlachte terug en bedankte. Ook in de trein waren er veel vriendelijke gezichten, alsof iedereen in de coupe een beetje feest had met mij. Gedeelde feestvreugde.

In de boekenwinkel op het station kocht ik nog snel een verjaardagskaart. In de rij voor de kassa sprak een oude mevrouw van rond de 80 mij aan: "wat een mooie hoed zeg, dat doet mij denken aan mijn vakantie". Ik vraag nieuwsgierig naar deze vakantie, was deze oude mevrouw nog naar Mexico geweest?! Nee het deed haar denken aan haar vakantie in Ponypark Slagharen, waar je bij de bingo ook van die mooie hoeden kon winnen. Ik kletste wat met deze lieve mevrouw voordat ik verder ging. Ook op het vervolg van de reis kreeg ik reacties, zelfs een mevrouw die op de fiets vanaf de andere kant van de straat riep: “waar gaat die hoed naartoe?”

Hoewel ik mij voornam een eenling te zijn, ondervond ik dat een gezamenlijke reis toch veel interessanter is. Een kleine afleiding van een hoed en het lijkt alsof het kind in de mens weer naar boven komt. Kinderlijke verwondering is iets wat we bij het volwassen worden en in het ‘grotenmensenleven’ vaak verliezen. Ik neem mij voor om minder een eenling te zijn en open te staan voor die kinderlijke verwondering. Niet voor iedere dag, maar gewoon iets vaker. Iets minder haasten en minder als een apaat op de telefoon, zorgt toch voor een praatje hier en daar en dat doet goed!