Hollandse hondsdagen
Ik kan in de dagen die leiden naar de zomervakantie eindelijk in de wachtstand. En dat is heerlijk. In het waterdorpje waar ik woon waaien de eerste Belgische toeristen al binnen, gesoigneerde dames die hooggehakt op zoek gaan naar oesters en vanachter hun zonnebril kokette rondjes draaien bij de gereformeerde kerk. De wind blaast zachtjes zorgen weg, en draagt lust tot paren aan.
Alles ademt deze dagen: een tienermeisje op haar Vespa klemt een Hoegaarden rosé tussen de gashendel en haar vingers; de doorrookte buurvrouw schaamt zich niet langer voor haar spataderen, de Thaise masseuse van de overkant is nijver aan het tuinieren, en de ogen van Loes Haverkort doen nog harder dromen dan voorheen.
De nieuwslezeres op de radio heet Lot Lewin en Radio Tour de France speelt Franse zuchtmuziek. Een zacht gezoem van motorboten vult de verte; het vliegtuig met mijn dochter maakt boven Bergen op Zoom een bocht richting Côte d’Azur. Traagheid en loomheid worden anders vervloekt, maar brengen kalmte en verlangen. Het is zomer, mensen.