Twee kleine mannen, één is de grootste.
Donderdagavond 21 juni, ik heb een dag gewerkt en kom (redelijk) laat thuis, maar nog net op tijd om mijn eten op te krijgen voordat ik ontspannen een WK-wedstrijdje kan kijken. Wel heb ik lichtelijk hoofdpijn, een gevoel dat ieder werkzaam persoon na een iets te lange werkdag wel zou kunnen herkennen. Vanavond is het mijn geluksavond want mijn favoriete speler komt op tv. Ook al is zijn eerste poulewedstrijd niet bepaald vlekkeloos verlopen, en dat is nog een understatement, toch heb ik hoop op een goede afloop. Ik ga er lekker voor zitten en zit op mijn favoriete plekje van mijn hoekbank met in mijn hand de smartphone waarmee ik straks tijdens de wedstrijd met mijn ‘medevoetbalkenners’ de wedstrijd van passend commentaar zal voorzien. Tegelijkertijd ergens in Rusland loopt een kleine man in de catacomben heen en weer te sjokken. Ook hij heeft er een lange dag op zitten, heeft kenbaar last van hoofdpijn maar weet dat zijn eigenlijke werkdag nog moet beginnen. Een kwartier later ziet hij wat ik ook zie: een goed gevuld stadion, blauw-wit gekleurde supporters die uitzinnig zijn en ergens in het stadion een gek. Een gek met veel gevoel voor eigenwaarde, een narcist, een egoïst, dik, klein en enthousiast. Zijn zogeheten passie voor het land dat hij support lijkt uit liefde te komen, ik betwijfel het. De kleine man op het veld ziet het ook en luisterend naar zijn eigen volkslied voelt hij eens aan zijn hoofd, de pijn voelt ondragelijk. Wat zal hij denken vraag ik mij af. Zou hij voor zijn gevoel beter af zijn zonder de kleine dikke op de tribune? Zou hij ook voelen dat de kleine dikke er voor zichzelf is en niet om te supporten? Hij moet het in ieder geval vergeten. Ik hoop het ook te vergeten, ik hoop de kleine man op het veld te kunnen zien schitteren zoals hij dat vaker heeft gedaan. Een kleine twee uur later weet ik hoe het ervoor staat. De kleine man op het veld begon sjokkend met hoofdpijn in een stadion. Ik begon met hoofdpijn op mijn favoriete plekje van mijn hoekbank. Twee uur later is er niets veranderd. Beide terneergeslagen, beide peinzend over hoe en waarom. Vandaag wonnen een stel Zuid-Europeanen en één Argentijn. Die laatste is de kleine dikke. Hij steekt maar weer eens een grote dikke op. Nog steeds is hij de grootste in zijn land. Een paar uur later liggen we alledrie in bed. De volgende dag moet ik weet werken. Over een paar dagen hoop ik de twee kleinen weer te ontmoeten. En dan zal de kleine het winnen van de kleinde dikke.