Gewoon vragen om hulp

Ben Dekkers 23 nov 2017

“Met de afsprakenbalie sociaal domein van de gemeente…”
“Ja, u spreekt met…”
“…er zijn nog 3 wachtenden voor u”.
Hij slikt het vervolg van zijn zorgvuldig voorbereide beginzin maar weer in.
Hij tuint er telkens in. De ingeblikte receptioniste die je als eerste te spreken krijgt, klinkt steeds levensechter. Even wachten dus. Hij voelt de spanning oplopen. Het is niet gemakkelijk voor hem om hulp te vragen. Hij heeft alle natuurlijke hulpbronnen in de participatiemaatschappij geprobeerd. Maar hij moet nu professioneel. Zijn vriendin heeft hem voor de keuze gesteld: je gaat nu echt de hulp van een deskundige zoeken of je gaat eruit.
“Ja, zegt u het maar.”
Daar had hij nu weer niet op gerekend. Meestal telt het stap voor stap af naar één wachtende.
En hij heeft net een slok koffie genomen.
Nu niet verslikken realiseert hij zich bijtijds en neemt even de tijd. “Dag mevrouw, het gaat niet zo goed met mij geloof ik, ik slaap slecht en mijn vriendin….”.
“Mag ik uw BSN?”
Het zweet breekt ‘m uit. BSN? Is dat net zoiets als Sofi? Of is het iets met Digid? Dat moet dan op een kaartje staan, maar waar is het kaartje? Terwijl hij zijn mobieltje vast houdt probeert hij het uit zijn portefeuille te vissen. In dezelfde beweging glijdt zijn hele verzameling op de vloer. Verzekering, Bank, OV, ANWB, Tennis. Zijn hele maatschappelijke existentie spreidt zich aan zijn voeten uit. Hij zoekt het roze van zijn rijbewijs, daar zou het toch op moeten staan. Hij knielt om hem op te rapen.
“Uw postcode met huisnummer is ook voldoende”.
“Oh”. Bij het opstaan stoot hij met zijn hoofd tegen de tafel. “Verdomme…”
“Nou zeg, u hoeft niet te schelden, probeert u het anders later nog maar eens.”
“Nee, nee…niet ophangen”, roept hij net even te hard en hij realiseert zich meteen dat je dat tegenwoordig niet meer doet: ophangen dus. Hoe zeg je dat nu dan ook al weer.
“Meneer …. er zijn nog meer wachtenden”, klinkt het ongeduldig.
“1956 BD en het huisnummer is 126”. Het komt er nu overtuigend en zonder haperen uit.
“U valt onder wijk D, zie ik, die heeft andere spreekuren. U kunt het daar morgen tussen 10.00-11.00 nog een keer proberen. Het nummer vindt u op onze site. Nog een prettige dag verder.”
Verbouwereerd staart hij naar zijn mobiel. Vandaar naar zijn rijbewijs. Burgerservicenummer. Daar staat het.