Had ik maar

Tilly T. 25 sep 2017

Ik heb een vrij opstandig punt in mijn leven bereikt waarbij de onverschilligheid een voet tussen de deur heeft gezet. Eerst een slippertje ,maar inmiddels zo’n orthopedische. Voorbij al mijn onzekerheden en de ontkenning van mijn persoonlijke dieptepunt. Dat het niet gekker moet worden, denk ik dan. En geheel volgens verwachting: wat heeft het nog voor zin. En dan ben ik niet eens depressief of iets dergelijks. Nee hoor, ik wil gewoon aan het werk.

Wat ik allemaal aan mezelf heb kunnen wijten heb ik al uitgebreid met mezelf besproken om daar vervolgens op te reflecteren. Het begon eens zo vrolijk. Na vier jaar studeren kreeg ik mijn papiertje met een woordje en een drankje na. Ja, ik had wat laten zien en nu mocht ik het officieel in de praktijk gaan brengen.

Die praktijk bleek echter een barre drol. Je weet wel, zo eentje die er maar met moeite uitkomt. Als je al geluk hebt, want soms lukt het helemaal niet en dan zit je. Ik begon uiteraard vol goede moed en de sollicitaties vlogen de deur uit. Eerst wat zakelijk, zoals ik dat op school geleerd had. Vervolgens wat losser tot aan creatief, grappig bedoeld en uiteindelijk brutaal af.

In de meeste gevallen kon ik een reactie wel vergeten, maar zo nu en dan werd mijn ijver beloond in de vorm van een afwijzing. Ik veranderde mijn strategie en bood aan om voor niks te komen werken. Daar deden ze niet aan.

Het uitzendbureau wist mij aan feesten en partijen te detacheren en stond vervolgens voor een knikker en een ei avonden aan een met dienbladen op mijn arm,met vuile vaat in de keuken of vriendelijk glimlachend bij een kapstok. Dit was het, hier heb ik al die jaren voor geleerd.

Ik verkocht mijn ziel voor een hoger doel, maar heb het nu, ruim een jaar later, in de uitverkoop. En dan niet in de etalage, nee in zo’n grabbelbak. Als leftover omdat het dit seizoen niet goed heeft verkocht.

Terwijl een diepe rimpel mij in de spiegel aankijkt is het besluit genomen.

Wapperend met een enkele reis naar ver word ik ineens opgemerkt. Het Zondagskind die blijkbaar kan doen wat wij allemaal wel zouden willen. ‘Had ik maar..’ hoor ik nog net zeggen terwijl ik uitklok en de deur achter me dicht trek. “..van de reis genoten” denk ik en voel me plots gezegend dat ik mijn bestemming nog niet bereikt heb. Misschien wel nooit bereiken zal.