Kan ik verliefd worden op deze croissant?

Mark van der Linden 10 apr 2017

Het is april. Het nieuwe jaar is ruim drie maanden oud en dat vind ik altijd een mooi moment om de balans van mijn goede voornemens op te maken. Ik heb tot dusver in heel 2017 nog geen enkele sigaret gerookt. Vorige week overwoog ik om als beloning iets moois voor mezelf te kopen, maar uiteindelijk heb ik het niet gedaan. Ik heb namelijk nog nooit een sigaret gerookt. Op 1 januari besloot ik desalniettemin dat 2017 een jaar van verandering zou worden. Ik pakte een dikke stift en zette met hoofdletters mijn voornemen op papier: ik wil nooit meer een croissant met jam eten.

Het probleem van een croissant met jam is eigenlijk in twee woorden te vatten: de jam. De jam verpest alles. Het andere deel van de combinatie, de croissant, is misschien wel het lekkerste dat er bestaat. De croissant heeft iets magisch, iets dat ongrijpbaar is. De vorm van de croissant is prachtig, de geur van de croissant is heerlijk en de binnenkant van de croissant is niets minder dan volmaakt. Volgens een Franse top-patissier zijn er wel vijftig parameters afhankelijk voor de kwaliteit van de croissant. Volgens mij is dat er maar één: liefde.

Kan ik verliefd worden op deze croissant? Dat is de vraag die ik mezelf stel wanneer er een op mijn bord ligt. Het antwoord is eenvoudig: niet als er jam op zit. Jam kan een croissant iets extra’s geven, dat zal ik niet ontkennen, maar jam is voornamelijk suiker en voornamelijk suiker vertrouw ik niet. Een croissant is op haar mooist als ze puur is. Een laagje voornamelijk suiker maakt haar nep. Een laagje voornamelijk suiker doet afbreuk aan de magie van de croissant. Door jam op een croissant te smeren doe je haar essentie verschrikkelijk te kort.

Het is ruim drie maanden na mijn voornemen en ik loop onze bakker binnen. Achter de toonbank staat het meisje waar ik verliefd op ben. Ze draagt geen make-up. Ze is puur. Dankzij haar wil ik voor altijd van de jam afblijven. In de vitrine ligt nog één croissant. Het meisje vraagt me wat het mag zijn en ik doe alsof ik nadenk. Ik kijk naar de vitrine en dan naar haar. Haar ogen glinsteren en haar goudbruine huid straalt. Ik wist het al voordat ik binnenkwam. ‘Twee croissants alsjeblieft.’