Boerenkool met worst
“Je moeder is een hoer! Je moeder is een hoer!”. Zo ging Erdem maar door. Hij stond bij het tuinhekje aan de voorkant van ons huis. In zijn hand had hij een papieren vlaggetje van Turkije waarmee hij driftig zwaaide. Even later pakte hij de leren knikker van mijn buurjongen die in onze tuin lag en stak hem lek. “Jij komt niet meer op het veldje!” schreeuwde hij. De lekke bal liet een afdruk achter op het huiskamerraam en plofte zielloos op de grond. "Je moeder is een hoer” klonk het uit de verte.
Nu het eindelijk langer licht is voetbalden we, na school, altijd op het veldje. Soms met een hele groep, soms met een paar vriendjes. Rond 6 uur was het mooi geweest en gingen we naar huis. Erdem kwam vaak bij ons boerenkool met worst eten, omdat zijn vader in ploegendienst werkt en pas rond half elf ’s avonds weer thuis is. Zijn oudere neef Umut, die ook bij zijn vader woont kwam hem dan ophalen. Altijd te vroeg. Dus dronken mijn moeder en hij een kopje koffie.
Tot een paar dagen geleden.
Erdem en ik waren op mijn kamer toen ik beneden Umut in het Turks tegen mijn moeder hoorde schelden. De voordeur sloeg met een klap dicht. Erdem rende naar beneden en werd door Umut in zijn auto geduwd waarna ze met hoge snelheid de straat uitreden.
Mijn moeder stond in de keuken en hield een glas onder de kraan. Starend in de verte nam ze een slok. Volgens mij had ze me nog niet eens gezien. “Mam? Wat is er?” Ze legde haar hand op mijn hoofd en duwde dat tegen tegen haar borst en zei: “Zullen we samen een film kijken? Jij mag kiezen”. De film die ik uitgekozen had was niet bepaald om bij te janken, toch zag ik tranen in de ogen van mijn moeder.
"Turkse mannen zijn trots “ zei Erdem de volgende dag op school en Umut is dat ook. "Als je niet doet wat hij zegt pas dan maar op. Dan weet hij wel een paar trucjes”. “Jouw moeder moet gewoon doen wat hij zegt. Zo is het!”. “O”, dacht ik wat raar. Mijn vader en moeder praatten vroeger altijd met elkaar. Zelfs toen hij zo ziek was bespraken ze alles. Oom Sjoerd zei ook zo iets bij de begrafenis van Papa, dat weet ik niet meer zo goed, ik was verdrietig.
‘s Avonds na het voetballen zei mij moeder tegen mijn vriendje: “Erdem, het spijt me jongen, je kan niet blijven eten” Misschien moet je aan Umut vragen of hij eten voor je kookt. Tegen zijn zin vertrok Erdem naar huis om even later terug te komen.:
“Je moeder is een hoer! Je moeder is een hoer!”. zo ging Erdem maar door. Hij stond bij het tuinhekje aan de voorkant van ons huis.