Schuilen achter een glimlach
Achter een glimlach kan veel verdriet schuilen. Ik lach, maar mijn ogen lachen niet mee. Als mensen vragen hoe het gaat zeg ik: ‘goed hoor’ en ik glimlach om mijn woorden kracht bij te zetten. Ze zien niet, of willen niet zien dat het een leugen is. Dat er achter die glimlach een hoop stil verdriet schuilgaat. Verdriet om een nieuw gemis. Om weer iemand die wegvalt uit mijn leven. Iemand die me dierbaar was –en nog steeds is.
Maar het leven gaat door, de tijd tikt verder. Voor je het weet heb je het normale leven weer opgepakt. Je moet wel. In onze maatschappij wordt verdriet tot op zekere hoogte getolereerd, maar daarna is het wel mooi geweest. Dan moet je proberen je verdriet ‘een plekje te geven’ of denken dat het ‘maar beter is zo’. Al deze goedbedoelde adviezen zijn als zout in een open wond en zorgen ervoor dat ik alleen maar harder probeer te glimlachen. Daarmee probeer ik niet alleen mijn omgeving, maar vooral mezelf te overtuigen dat het écht goed met me gaat.
Er is bijna geen tijd om na te denken over wat er is gebeurd. Om het verdriet een plekje te geven. Wat is dat eigenlijk: iets een plekje geven? Vrede hebben met wat er is gebeurd? Als ik rationeel denk dan weet ik heus wel dat ze een mooi leven heeft gehad. Dat het goed is zo. Dat maakt het gemis alleen niet minder. Het gat wat zij achterlaat blijft. Ik huil van binnen als ik denk aan al het stille verdriet in mijn familie. Aan de pijn die ik maar al te goed ken. De moeder, het hart van de familie is er niet meer.
Verdriet is moeilijk, verwarrend en vooral ‘gedoe’. Iets waar mensen liever niet mee geconfronteerd willen worden. Op social media is het anders. Een bericht waarin kenbaar wordt gemaakt dat een geliefde is overleden krijgt binnen enkele uren tientallen reacties. Voor veel mensen een makkelijke manier om te laten zien dat ze meeleven. Face to face is dit vaak moeilijker. Mensen weten niet wat ze moeten zeggen en ontwijken je. Pijnlijk. Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen. Mensen die wél het juiste weten te zeggen. Die een arm om je heen slaan en helemaal niks zeggen. Een klein gebaar met een groots effect. Gelukkig hebben we elkaar: de familie. Het verdriet zal blijven, maar samen komen we er wel.