van oude mensen…

Vrijwel iedereen is het er over eens dat de pensioen leeftijd niet verhoogd moet worden voor mensen met lichamelijk zware beroepen. Maar niemand heeft het over de geestelijke veranderingen die het ouder worden met zich meebrengt. Misschien ben je op je 67e wel niet meer zo geschikt om mee te gaan in de ratrace van de twintigers. Of heb je niet meer de flexibiliteit om je aan te passen aan technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld op ICT gebied.
Ik begrijp wel waarom je daar niemand over hoort. Omdat het taboe is. Je hebt maar mee te gaan met alle ontwikkelingen. En met jonge mensen werken houdt je jong, dat soort dooddoeners.
Zal allemaal best, maar waarom mag niet gewoon benoemd worden dat je ook geestelijk verandert als je ouder wordt? Waarbij verandering nadrukkelijk géén waardeoordeel inhoudt, misschien ten overvloede, maar in deze maatschappij wordt nu eenmaal weinig waarde gehecht aan de voordelen van oudere mensen, want die zijn er ook, denk aan een schat aan ervaring en kennis.
Door dit gebrek aan waardering kun je je bijzonder ongelukkig voelen, bijvoorbeeld als onderwijzer van 67 jaar tussen de jonge, ambitieuze leerkrachten van begin 20.
Het is niet erg om te veranderen als je ouder wordt, dat is een gegeven dat onlosmakelijk met het leven verbonden is. Als je achttien bent speel je immers ook niet meer met blokken. Maar toegeven dat je op een bepaalde leeftijd geestelijk anders functioneert dan een jong iemand, dat mag niet.
Mensen worden als een soort machines benaderd: als een bouwvakker kreunend op de knieën zakt om de stoep te betegelen, mag hij met pensioen. Maar als je bij een andere baan, lichamelijk in staat bent om op jouw werk te verschijnen en op een stoel te zitten, dan wordt er verder nergens rekening mee gehouden, ook al opent de manager misselijk van de zenuwen zijn laptop, omdat hij niet weet of hij de powerpoint presentatie correct heeft opgeslagen.
Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat beleidsmakers, zelf vaak nog jong, zich voornemen altijd even jong en soepel van geest te blijven. Dat zal in sommige gevallen ook lukken, net zoals er ook mensen bestaan die op hun dertigste al geestelijk bejaard zijn. Maar niets geldt voor iedereen.
Vandaar dat er een regeling op maat moeten komen, waarbij de één doorwerkt tot zijn tachtigste en de ander op zijn vijfenzestigste ermee ophoudt.