Sorry lieve verkoper…
Traditiegetrouw koop ik elk jaar een klein presentje voor mijn zusje. Zo ook dit jaar. Vol enthousiasme stap ik een winkel binnen, wat door de harde muziek meer lijkt op een hippe club waar ze gin-tonics schenken. Mijn heupen bewegen onbewust mee met de opzwepende muziek. Slim, het brengt mij in een jolige stemming waardoor ik bereid ben om heel de winkel leeg te kopen. Ik weet mezelf te herpakken en richt me op mijn doel; een telefoonhoesje. Helaas hebben ze er nog maar één. Ik wilde er ook een voor mijzelf kopen, daarom benader ik de knappe verkoper. Hij heeft een goed figuur, is goed gekleed en heeft een prachtig afro kapsel waar je u tegen zegt. Ik vraag hem of hij nog zo’n zelfde telefoonhoesje heeft en leg hem uit dat ik er ook een voor mijn zusje wil. Daarbij vertel ik uitgebreid over haar, dat ze veel op mij lijkt en dat iedereen ons vaak door elkaar haalt. Wanneer zij door de stad loopt, groeten mensen haar alsof ik het ben en andersom. Vaak genoeg loop ik door de stad en omhelst een wildvreemde mij. In het begin reageerde ik ongemakkelijk, maar met de jaren wen je eraan en speel je het spelletje leuk mee. De verkoper vindt het duidelijk grappig en we voeren een wat oppervlakkig gesprek. Hij gaat het magazijn in op zoek naar het betreffende telefoonhoesje. Om de tijd te doden loop ik wat doelloos rond. Wanneer ik mij omdraai zie ik de verkoper zoekend rondkijken en ik haast mij naar hem toe. ‘Je hebt geluk meid, het allerlaatste telefoonhoesje!’, roept hij uitbundig. ‘Zal ik er eentje voor je inpakken?’, vraagt hij aardig. ‘Graag’, zeg ik. We kletsen nog wat over mijn zusje en mij en dan begin ik het door te krijgen. Hij is in de veronderstelling dat mijn zusje en ik tweeling zijn. ‘Ben je eeneiig of twee-eiig?’ vraagt hij opgewekt. Ik schrik. Ik verstijf. En voordat ik het door heb, antwoord ik: ‘eeneiig’. ‘Vet!’, roept hij. ‘Is zij ouder of jij?’, vraagt hij vervolgens. ‘Zij’, antwoord ik onzeker. Ik sta vol te liegen tegen de knappe verkoper en ik heb geen idee waarom. Ik ben nota bene een jaar ouder dan mijn zusje. Ik word onzeker en wil weg. Ik dank hem voor de hulp en loop in flinke pas de winkel uit. Buiten moet ik nog even bijkomen van het feit dat ik zojuist heb gelogen. Al met al, wil ik graag mijn excuses aanbieden. Sorry lieve verkoper, het is een kleine leugen, maar als ik langer was gebleven waren de leugens erger geworden. Dan had je misschien nog gelooft dat ‘All I want for Christmas is you’ geschreven was voor mijn tweelingzus.