De schone slaapster
Roosendaal, dinsdagochtend. Ik ben zojuist overgestapt. In de trein waarin ik zat, heb ik me geërgerd aan die lieden die met hun rugzak en laptoptas twee zitplaatsen in beslag namen, terwijl de mensen in het gangpad stonden. In deze trein vind ik beneden zowaar een zitplaats. Nadat ik mijn plaats heb ingenomen, kijk ik naar links. Daar lig je dan. Overdwars in een tweezitsbankje. Zo vredig, zo onbewogen, zo tot jezelf gekomen. Ik voel de behoefte om wat te schrijven.
Bergen op Zoom nadert. Mijn buurvrouw gaat de trein verlaten. Ik maak plaats en wens haar nog een prettige dag toe. Het gaat allemaal aan jou voorbij. Ik heb nu een nieuwe buurvrouw. Zo gaat dat bij treinreizen in de spits als je de luxe van een zitplaats hebt: elk kwartier een nieuwe buurman of buurvrouw. Maar jij hebt geen buren. Misschien wil je geen buren, ik weet het niet.
Rilland-Bath. De volgende stop van deze intercity. Het is me toch een wereldstad zeg. Zoetermeer is er met zijn meer dan honderdduizend inwoners blijkbaar niets bij, want daar razen de intercity’s zonder te stoppen voorbij. Ik kijk naar buiten. Ik zie de lichtjes van het verkeer op de parallel aan het spoor gelegen autosnelweg, terwijl mijn buurvrouw met haar gedachten in een ongetwijfeld spannend boek is verzonken. De trein wordt weer iets voller, de spits is immers nog niet op zijn hoogtepunt. Ik zie de mensen op het balkon staan. Het zal je allemaal wel worst wezen. Je ligt te dromen, waarschijnlijk van een prins op een wit paard.
Krabbendijke. Ik zie jou nog steeds liggen, overdwars op dat tweezitsbankje. Inmiddels zijn ook de gangpaden gevuld met staande passagiers. Allemaal mensen die op weg zijn naar hun bestemming. Naar jouw bestemming kan ik slechts gissen.
We naderen Kruiningen-Yerseke. Mijn bestemming. Terwijl ik verder schrijf, wens ik dat ik die prins op dat witte paard was. Dan had ik je wakker gemaakt. En mij verontschuldigd als jij uiteindelijk toch een andere eindbestemming had dan ik. Nu hoop ik dat iemand anders die rol op zich gaat nemen voordat jij wellicht onbedoeld pas in Vlissingen wakker wordt. Dat je een zitplaats voor een staande passagier bezet houdt, daar zal ik het hier niet over hebben; daar voel ik me te gelukkig voor. Vlak nadat ik mijn buurvrouw een ligplaats zoals die van jou heb gegund, is de plek naast je bezet. Je bleek liever een prinses naast je te willen hebben.
Ik sta op het perron. Hetzelfde verschijnsel, andere gedachten.
Alles is mogelijk. Anything Goes.