Code rood m’n reet
In een roestig bestelbusje scheuren we over de linkerbaan. Er is de afgelopen dagen bijna een halve meter sneeuw gevallen en met -22 is zelfs de rivier, die we volgen naar het dal, bevroren. De reflecterende zon verblindt onze ogen. Terwijl wij met samengeknepen billen bidden dat er airbags aanwezig zijn, is onze chauffeur druk in de weer met zijn telefoon. Gordels zijn voor watjes.
Aan de linkerkant van de weg is een diepe en beboste afgrond, rechts een steile rotswand omhoog. Het wegdek glinstert van de ijzel maar ook in de bocht mindert onze Bulgaar weinig vaart. We hebben haast, dat wel, maar vanzelfsprekend mis ik liever de bus dan dat we ergens het ravijn in knallen en er een ambulance moet komen om ons op te halen. Dan ben je langer van huis.
Echte doodsangsten heb ik overigens uitgestaan in Bangkok, waar de taxichauffeur met één oog de auto voor zich in de gaten houdt en met het andere oog funniest home video’s op YouTube volgt. Inhalen doe je lekker aan beide kanten, op de achterbank pas je makkelijk met z’n vijven. Sterker nog: als je op het dak van de tuktuk gaat liggen, is het ook prima. Hoe meer hoe beter, eigenlijk.
Wat ik me dan afvraag: waarom zo gevaarlijk? Is een leven bij ons, in Nederland, dan zoveel meer waard? De weg op met code rood is écht heel dom van je en voor bellen achter het stuur krijg je torenhoge boetes. Dood door schuld, dood die voorkomen had kunnen worden: dat wil je niet op je geweten hebben. Als ik op reis ben, moet ik dat verschil dan maar accepteren en met goede hoop instappen? Geïrriteerd slaat de Bulgaar een paar keer op de claxon voordat hij twee auto’s inhaalt. Daarna belt hij vrolijk verder. Ik durf er niks van te zeggen, maar ik ben er helemaal niet gerust op. Deze man heeft onze levens in zijn handen en dat lijkt ‘ie niet te beseffen.
Ik stel mezelf gerust met de gedachte dat ook híj vanavond weer met zijn vrouw en kinderen aan tafel wil zitten. Net na de vliegtuigramp in de Franse Alpen in maart 2015, vloog ik van Barcelona naar huis en de piloot sprak alle passagiers hiermee toe. Hij bracht me veilig thuis; ik heb nog nooit zo lekker geslapen.