LOOD
‘Ik hou zoveel van je, onthoud dat alsjeblieft en het spijt me van alles.’
Haar afscheidsbrief. Het was een tragisch verhaal. Maar doch zeer gebruikelijk. Ze werd gepest. En dat was het. Genoeg reden voor haar zelf eindiging.
Haar zus wist er al van. Maanden werd ze geteisterd, belaagd om haar gewicht. Cliché. Neppe profielen van haar werden aangemaakt, met haar nummer, pseudo-provocerend naar seks. Gratis. Minder cliché misschien, maar niet minder achterbaks. Misselijk.
Het was een donderdag toen haar zus thuis kwam en haar tranen tot beneden vanaf de slaapkamer hoorde. Zus lief dacht dat was normaal. En ging wat snacken in de keuken. Na de koelkast geopend te hebben, en met melk en koekje in hand, zag ze de brief op het aanrecht. Een klein, wit, keurig, vierkant ding. Met letters erop. Met woorden. Met die zin. Die laatste, haar laatste. Woorden die je nooit terug kan nemen, ook al zou je dat willen. Woorden met een actie, soms, en in haar geval wel, en de laatste wat dat betreft. De allerlaatste, maar niet in een climax, verre van, maar een anti-climax, het einde van een neerwaarste spiraal waar het licht niet meer durft te komen. Duisternis, alleen.
Zus stormde direct naar boven. En daar was ze. Net een film. Met geweer tegen haar borst. Snikkend, verdwaald. Hopeloos. In de tunnel, met geen einde in zicht, zonder licht. Zus smeekt haar te stoppen en roept haar ouders erbij. En de grootouders. Volle bak. Drama. Eén kamer, en drie generaties. De zus ging kalm weg, en liet het over aan de ouderen, maar terwijl ze sjokkend naar haar kamer ging hoorde ze dat onvergetelijk geluid van een geweerschot donderen door de gang, verborgen en achtervolgd met een hint van geschreeuw van haar vader.
Hoe dit kon gebeuren? Politie kon niks doen. Ouders, en overige leden van familie, gingen te passief, en uiteindelijk inactief, en niet efficient, om met de kennis die ze hadden over de situatie. Alles wat ultiem een sterke ondertoon van gebruikelijkheid vertoont, dit gebeurt vaker, met anderen, en met dezelfde naiveté, slap ingrijpen, wanhoop, moedeloosheid, aan één kant. Aan de verliezende kant. Maar, aan de andere, zeker niet winnende kant, agressie, misselijkmakende taferelen, dikke bullshit, slechtheid van de mens naar medemens. Duisternis. Met kennelijk, alleen één antwoord op al die vragen en al die beledigingen en negativiteit, althans voor hen dan. Een donker eind van de tunnel die de loop van een wapen is, zwanger met lood en dood.