‘Hey, psst, schatje!’
De titel van deze column doet wellicht nog niet ontzettend veel stof opwaaien. Toch doet de opmerking an sich dat wel bij meerdere vrouwen (en ook zeker mannen). Onlangs is bekend geworden dat de gemeente Amsterdam stappen wil gaan zetten betreffende de aanpak van straatintimidatie. Er is geopperd dat er een ‘sisverbod’ in de plaatselijke verordening (APV) zal worden opgenomen. De straatintimidatie die hier bedoeld wordt, wordt op verschillende manieren ervaren door de ‘slachtoffers’ in kwestie. Dit maakt straatintimidatie mijns inziens een vrij lastig, subjectief begrip, nu niet iedereen de betreffende intimidatie ook daadwerkelijk als intimidatie ervaart. Ik ga even terug in de tijd en denk aan een van de keren dat er op een stil hoekje een groepje mannen klaarstond om hun volgende slachtoffer na te fluiten en te sissen. Ik loop als slachtoffer in spé op het groepje mannen af en weet vrijwel zeker dat ik een of andere opmerking naar mijn hoofd geslingerd krijg. Toch zoek ik er als jong, naïef meisje niet veel achter. De meest voor de hand liggende reactie is voor mij het negeren van dergelijke uitlatingen. Zo heb ik dat van mijn moeder geleerd. De confrontatie aangaan zit er logischerwijs niet echt in. Ik loop de groep voorbij en besteed verder geen aandacht aan de seksistische provocatie, waarbij het gesis en gefluit na-echoot in mijn hoofd. Ik probeer na te denken over de motieven van deze groep heren. Wat denken zij nu exact te bereiken met dergelijk gedrag? Ik kan me moeilijk voorstellen dat een vrouw zich omkeert en zich gevleid en wel mee laat nemen om even een kopje koffie te gaan drinken samen. Dus wat is dan het doel van de intimidatie geweest? Gelukkig kan ik dergelijke voorvallen vrij snel weer loslaten; en ik denk velen met mij. Het is een situatie waar bijna iedere vrouw en/of man wel eens mee te maken heeft gehad, maar waar vervolgens niets mee gebeurt. Met andere woorden: er wordt te weinig werk van gemaakt. Het is makkelijker om door te lopen en je er niets van aan te trekken, dan stelselmatig bewijs te verzamelen om daar vervolgens een aangifte mee te completeren. Ik twijfel dan ook aan de handhaafbaarheid van bijvoorbeeld het ‘sisverbod’. Toch ben ik blij dat straatintimidatie meer aandacht krijgt en dat er een signaal wordt afgegeven dat je niet zomaar het ‘recht hebt’ je zo te gedragen. Tot die tijd loop ik wel even met oordopjes langs de groepjes mannen die in de startblokken staan een ‘Hey, psst, schatje!’ op me los te laten.