Evolutie

Wike Veldsink-Stoel 7 dec 2016

Mijn zoon is Wild van Freek. Zoals zovelen. Moeders niet uitgesloten. Ook ík heb de neiging om door de televisie heen te duiken en mee te springen in het diepe. Hij heeft gewoon een hoge aaibaarheidsfactor.
Wat Eva heeft bezield? Ik was waarschijnlijk zelfs over mijn mierenfobie heen gedaverd, had hysterisch kreten als “fantastisch, gaaf en geweldig” geslaakt en was met vleesetende vuurmieren gaan spelen, om te laten zien hoeveel we met elkaar gemeen hadden.
Maar goed, mijn zoon is dus wild van Freek. Freek is niet alleen vermakelijke televisie, maar de hoeveelheid informatie die hij spelenderwijs in zijn filmpjes stopt is inmens. Zo inmens dat het mijn 6-jarige zoontje wel eens duizelt. Zo had hij laatst iets meegekregen over de evolutie en het ontstaan van leven. Dat werd hem wat teveel. Na een uurtje stuiteren op de trampoline, komt hij bij me.
‘Vroeger, toen had je geen vis en geen eitje. Zonder eitje heb je geen vis en zonder vis heb je geen eitje. En toch is er vis. Dat kan toch niet?!’ En na een momentje diep fronsend naar de kuitschietende vissen in onze vijver te hebben gekeken, voegt hij er aan toe: ‘Bovendien, dan heb je twee vissen nodig. Een mannetje en een vrouwtje.’ Onderwijl is hij druk aan het meetellen met zijn vingers.’2-0. Dat kan dus niet.’
Vragend kijkt hij mij aan, terwijl ik nu het liefst onder een steen wil kruipen, want hoe in Gods!naam leg ik hem dit nu uit, zonder mijn geloofwaardigheid als alwetend orakel te verliezen?!
Terwijl mijn hersens ratelen over een een zinnig antwoord, pruttel ik alvast dat dit een vraag is, waar de slimste mensen van de hele wereld, al vele eeuwen over nadenken en waar niemand echt het antwoord op heeft. Wat was er eerder: de kip of het ei.
Vernietigend kijkt hij mij aan. ‘Ik heb het niet over de kip, ik heb het over de vís!’ Hoofdschuddend stampt hij naar binnen en zegt kribbig: ‘Je snapt er ook niets van!’
Met het gevoel dat ik compleet tekort schiet, staar ik naar de vijver en denk: Geloofde ik maar in God, dan kon ik hem een antwoord geven. Simsalabim! En er was leven. Maar ik geloof nergens in, dus moet ik hem het antwoord schuldig blijven.
Later die dag zegt iemand na het aanhoren van deze anekdote dat dít nu precies is wat de mens onderscheidt van de dieren. We vragen ons dingen af. Opgelucht constateer ik: Ik heb tóch iets goed gedaan. Ik heb een mens gebaard!
Alhoewel. Nog even en dan hebben we de hele wereld kapot geëvolueerd. Zeer benieuwd hoe moedertje natuur dit gaat fixen.