Afscheid van een passant, deel 1
Afscheid
Gedurende een aantal jaren komt er een klein, vaal mannetje de winkel in om op onwillekeurige tijden een kopje koffie bij ons uit de automaat te halen. Na ‘de tapperij’ groet hij en verdwijnt door de schuifdeur naar buiten om de koffie in zijn vrachtwagen te consumeren terwijl hij zijn route vervolgt.
Vandaag, ik moest even goed kijken, kwam hij onze winkel binnen, samen met, wat later zou blijken, zijn vriendin. Zij, minstens zo klein, amper één meter vijftig, armoedig, moeilijk ter been en met een bijna onverstaanbaar Brabantse tongval. Uit zichzelf tapte hij twee bakjes koffie en zette deze met zijn vriendin aan de gastentafel. Hij droeg een keurig driedelig kostuum en had twee pakken glacékoeken in zijn handen, Ik liep op hem af en groette. “Wat kan ik voor jullie doen?”, vroeg ik hem. Hij kwam met de koeken op mij af en zij, “deze zijn voor jullie, want ik kom afscheid nemen”. Ik nam hem mee naar de werkplaats en zei dat hij hiervoor bij ‘de jongens’ moest zijn, niet precies wetend waarvoor hij afscheid kwam nemen. Ik opperde nog, “mag of kan je niet meer fietsen dan?” Want ik dacht dat het een bejaarde klant was die ons kwam mededelen dat het fietsen hem teveel was geworden. “Neen”, sprak hij, “binnenkort zien jullie mij niet meer want ik heb nog hooguit een maand te leven!” Ik moest even slikken en observeerde hem nu nadrukkelijker. Inderdaad, wat bleek om de neus, een dikke buik die de knopen van het gilet deed straktrekken, verder gewoon een oude man.
Arie schonk, door de aangezwollen drukte van de afgelopen weken, kort aandacht en bedankte voor de koeken. Ik nam hem mee terug naar zijn vriendin die stil voor zich uitkijkend aan de tafel zat. Met enkele quasi vrolijke opmerkingen ging ik bij de twee aan tafel zitten. Voorzichtig vroeg ik of ik het goed had begrepen en kreeg door welk ‘mannetje’ dit nu precies was. Hij sprak over 2010, het jaar dat het voor het eerst niet goed met hem ging. Er werd een grote hoeveelheid vocht achter zijn borstbeen geconstateerd en vertelde in geuren en kleuren hoe de artsen in het ziekenhuis dit uit zijn lichaam hadden verwijderd. Slokdarmkanker werd als diagnose gesteld. Opportuun als hij was, ging hij kort na de chemo weer aan het werk en werd een jaar later ‘beter’ verklaard. Hij pakte zijn werk als chauffeur weer op en was even vrolijk en vriendelijk als altijd. Tussendoor verhaalde hij over al zijn vrienden en kennissen die hij inmiddels bedank- en afscheidskaarten had gestuurd.