Broekgaten bij herfstdepressie
Meen je niet, ik ga toch niet ook deze bus missen. Met mijn tas in mijn handen ren ik naar de kapstok. De net gesmeerde boterhammen zijn zojuist geplet tussen mijn schoolboeken en mijn jas hangt inmiddels los rond mijn schouders. Tot mijn opluchting zie ik mensen bij het bushokje staan. Yes! hij is er nog niet. Met een zucht ga ik naast het bushokje staan. De regendruppels komen op mij neer en mijn handen zijn inmiddels rood van de kou. Eenmaal in de bus kijk ik goed naar de zittende mensen. De bus is stampers vol en de ramen zijn compleet beslagen. Met een kleine glimlach vraag ik mij af wat het verhaal van de mensen in de bus is. Niemand lijkt aandacht aan een ander te geven. Mensen kijken strak voor zich uit of hebben een telefoon in hun handen. Zonder iets te zeggen vraag ik me af waar de man naast mij naar toe gaat. Hij draagt een net overhemd met een stoffen jas. Daarna kijk ik naar mijn eigen broek met gaten en vraag ik mij af of het niet eens tijd is voor nettere kleding. De bus stopt weer bij een halte. Ik krijg een glimlach van een jonge dame die instapt en kan het niet helpen om een verlegen gevoel te krijgen. Vurig hoop ik dat ik niet begin te blozen.
Op het station loop ik meteen naar de AH to GO. De dame achter de balie weet inmiddels hoe ik mijn koffie drink en zet zonder te vragen mijn kop koffie klaar. Onderweg naar buiten pak ik een krant voor in de trein. Weer zie ik de jongedame uit de bus. Van binnen begin ik mij onzeker te voelen. Overal op het station staan mannen in net pak met stropdas. Weer denk ik aan mijn broek met gaten en vraag mij af of ik niet voor gek loop tussen deze massa mensen in pak. Dan loopt er een jongen langs met een sportbroek en een paar vertrapte sneakers eronder aan. Ik kijk nog eens naar mijn broek met gaten en besluit dat het best meevalt.