De doodrijder en mijn recht op leven
In het verleden leefden wij als mensheid in een natuurtoestand. In die natuurtoestand hadden wij volgens de vooraanstaande rechtsfilosoof John Locke (1632-1704) een aantal onvervreemdbare natuurlijke rechten (life, liberty en property), het recht op eigenrichting incluis. Het probleem met deze natuurtoestand, zo merkt Locke terecht op, is dat er geen goede wijze bestaat waarop wij onze geschillen kunnen beslechten. Een ieders recht op eigenrichting geeft namelijk aanleiding tot het tamelijk willekeurig uitdelen van verschillende soorten straffen. ‘For the mutual preservation of their lives, liberties and estates’, sloten wij daarom allen gezamenlijk een imaginair contract. Dit contract houdt kort gezegd in dat wij samen een politieke gemeenschap oprichtten. De overheid is de instelling van deze gemeenschap en heeft als belangrijkste doel het waarborgen van de rechten op life, liberty en property. Zodra de overheid dat niet of althans niet afdoende doet, mogen wij vanwege de onvervreemdbaarheid van de natuurlijke rechten het afgesloten contract wijzigen, aldus Locke.
Toen ik maandagmiddag het vonnis vernam in de zaak tegen de veroorzaker van het dodelijke ongeval op de A2, moest ik aan Locke denken. In dit land zijn wij inmiddels zo verzonken in wat pleegt te worden aangeduid als juridische wijsheden dat iemand die een ander doodt en een tweetal kinderen voor het leven verwondt, voor zijn daden een gevangenisstraf van drie jaar krijgt opgelegd. Met aftrek van de voorwaardelijke invrijheidstelling komt dat neer op twee jaar zitten. Als dat de manier is waarop de overheid invulling geeft aan mijn recht op leven, dan kan ik mij niet (meer) verenigen met de inhoud van het afgesloten contract. Gezien de vele reacties op social media naar aanleiding van het wijzen van het vonnis, ligt het voor de hand dat ik daar niet alleen in sta. Na alweer de zoveelste flutstraf is het tijd dat wij laten zien dat ons recht op leven ons meer waard is. Wij dienen als individuen, met onze natuurlijke rechten in de hand, terug te keren naar de onderhandelingstafel met de overheid. Doen wij dat niet of houdt de overheid de boot af, dan ontvalt stukje bij beetje het fundament waar onze samenleving op berust. De terugkeer naar een moderne natuurtoestand ligt dan op de loer.