Strontweer

Daan Libot 27 jun 2016

Ik kijk door het venster. Het enige wat dat ik zie is regen, regen en nog eens regen. Ik heb een afspraak in de stad en moet dus door dit vreselijk weer. Buiten het feit dat ik zeiknat ben, word ik ook precies omver geblazen door de hevige wind. Voordat ik naar mijn afspraak ga stap ik binnen in mijn favoriete koffiebar. Om op te drogen en om verder naar buiten te staren. Achter mijn dampende, veel te warme machiatto droom ik even weg naar een plek waar het alle dagen goed weer is. Alle dagen zon en vijfentwintig graden. Terrassen waar je kan genieten van de ideale cocktail, genietend van de zon. Waar je oneindige wandelingen kunt maken in de straten die prachtig verlicht worden door het mooie weer. Zonder te moeten zweten van het te warme weer en zonder te bevriezen van de koude. Of deze plek effectief bestaat is voor mij een raadsel.

Ik open google, tik een zoekterm in en begin mijn zoektocht naar een plek waar ik naar toe zou kunnen gaan en die aan al deze eisen voldoet. Al gauw kom ik op een forum waar iemand dezelfde vraag als ik stelt. Iemand anders vraagt haar wat mooi weer is. Voor de ene persoon is mooi weer zonovergoten witte stranden, voor een ander witte sneeuw landschappen. Volgens deze persoon mogen we al blij zijn als we geen overstromingen, tornado’s of spekgladde wegen hebben. Ik geef haar gelijk. Toch blijf ik verlangen naar die ene plek waar het altijd prachtig weer is.

Iemand anders reageert dat je voor zo een weer op de benedenwindse eilanden moet zijn. Dat ligt blijkbaar in de buurt van Curaçao en Aruba. Dit lijkt me wel wat maar volgens mij regent het ook wel eens op die eilanden. Ik zoek verder. In gedachten ga ik van Chili naar Cuba en verder naar de Nederlandse Antillen.

Plots stoot ik op mijn antwoord. Iemand schrijft het volgende:

Als de zon altijd schijnt, dan is een zonnige dag nooit meer een verassing.
Als het nooit regent verdorren moestuinen en verbleken weilanden.
Als het nooit vriest word je opgegeten door de insecten.

Buiten het feit dat ik een hekel aan insecten heb, zie ik plots het licht. De zon komt achter de regenwolken vandaan. Blij als kind, kijk ik naar de eerste zonnestralen. Ik loop naar buiten om te genieten van de zon. Dit moment van klein geluk wil ik nooit kwijt spelen.