Beste mevrouw Bussenmaker

Beste mevrouw Bussenmaker,

Wij zijn drie studenten van rond de 20, die de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening volgen. Wij hebben nog “geluk” gehad, dat wij studiefinanciering krijgen tot dat wij klaar zijn. De studenten die een jaar later zijn begonnen hebben dit geluk echter niet.
Pieter-Jan van 19 kan makkelijk rondkomen en er nog een vereniging en commissie naast doen. Pieter-Jan zijn pappie maakt namelijk elke maand een paar honderd euro over. Natascha daarentegen die al een mbo opleiding heeft gedaan, en graag wil beginnen aan een hbo, zit straks met een hoop studieschuld. Haar pappie en mammie hebben namelijk geen zakgeld, vader is werkloos en moeder werkt in de thuiszorg.

Misschien is deze omschrijving erg zwart wit, maar hoe langer u beslissingen als deze maakt, hoe groter het verschil zal worden. Ik snap u wel hoor, het geld moet ergens vandaan komen. Maar waarom “straft” u hiermee het armere deel van de bevolking? Als ik u was had ik een beloningssysteem bedacht. Of zoals in Zweden een standaardbeurs die betaalt wordt van de winst die het oplevert te investeren in hoger opgeleiden. Natuurlijk zal er altijd verschil zijn tussen de rijkere en de armere studenten. Een tip: lees eens het boek statusangst. Filosofie, kunst, politiek, christendom en de bohème zijn er nooit op uit geweest een statushiërarchie af te schaffen. Ze hebben slechts gepoogd nieuwe hiërarchieën te scheppen op basis van waarden die niet werden erkend door en kritisch stonden tegenover het waardestelsel v/d grote meerderheid.

Met vriendelijke groet,

Zowie Debets
Anke Wiersema
Laurie Thalen