de vrijheid omarmd

Op zijn kleedje voor de tv ligt Stanley lekker te dutten. Als ik hem roep heeft hij nog geen idee wat er is. Hij kijkt eens op en legt zijn kop vervolgens weer neer om te gaan slapen. Want zo is ie. Eigenwijs, net als ik trouwens, maar dat terzijde. Ik wist wel dat hij niet zou komen. Hij komt alleen voor een koekje, of een plakje worst. Net zoals economische vluchtelingen hier alleen maar komen voor onze welvaart. Ik besluit hem maar te halen. Vervolgens lopen we naar boven. Als ik op de overloop links afsla, begint hij vreselijk tegen te spartelen. De douche is zijn grootste vijand. Als hij er eindelijk uit is rent hij als een dolle langs de bank, want afdrogen alleen is niet genoeg. Vervolgens wordt hij geknipt. Krampachtig probeert hij zijn pootje los te trekken als ik hem vast houd. Ik vraag me af of de mensen in een concentratiekamp zich zo voelden als ze helemaal kaal werden geknipt. Na een poosje word hij rustiger, alsof hij weet dat het niets uitmaakt wat hij probeert te doen. Net als mijn oma, die besefte dat ze niet van de kanker kon winnen. Al ik hem laat gaat rent hij snel weg. Eindelijk vrij. De volgende dag loop ik door de trein. Terug van een lange dag school. Ik zie de mensen met hun telefoon, of starend uit het raam, of pratend met elkaar. Ik vraag me af hoe snel ze het zouden merken als ze niet op het eindstation uitkwamen, maar werden gedeporteerd. Op de fiets op weg naar huis besef ik hoe veel geluk we hebben gehad. Met onze vrijheid, met ons land. Al is er zo veel wat niet klopt, als er eens wat gebeurd hebben wij mooi een sociaal vangnet. Moeten mensen in andere landen het maar doen zonder onderdak, en lopen wij hier rond met ons welvaartsvet. Denken we vaak alleen aan ons eigen geluk (als we al beseffen hoe veel geluk we hebben). Ik ook, vaak zat. Maar op dagen als deze, hoop ik toch op dat geluk voor iedereen. ’s Avonds slaap ik heerlijk in mijn warme bed, en de volgende ochtend stap ik gewoon weer in de trein. Ga ik weer over op de orde van de dag. Vergeet ik te genieten van de kleine dingen, heb een ochtendhumeur en hoop dat iedereen zo ver mogelijk van me weg blijft.