Mijn vluchteling

Sharon documentairemaker 3 feb 2016

Mijn vermeende aanrader, jihadist, terrorist. Mijn vriend, van alle soorten mensen die ik ken ben jij wel het meest veelbesproken fenomeen in de media. Je bent een vluchteling, een statushouder. We verwelkomen je graag in Nederland, maar wel op onze manier.

Ik zie dat je het er vaak moeilijk mee hebt. Als we in gesprek raken met onze stadsgenoten, informeren ze vaak naar jouw afkomst. Ik zie dat je er dan met enige moeite voor uitkomt dat je een Arabier bent, alsof je daardoor al een streepje achter staat. We weten het allebei.
We lezen elke dag over je in de krant. Laatst was jouw soort mens in Duitsland, in Parijs, in Jakarta ben je ook geweest en in Molenbeek.

Ik zie ook wel dat jij anders behandeld wordt als we naar de discotheek gaan en jou de toegang wordt geweigerd. De bodyguard laat namelijk geen vluchtelingen en zeker geen Arabieren binnen.

Of soms, erger nog, als ik samen met mijn vrienden fantaseer over een mooie toekomst in het buitenland met een goede carrière, dan zie ik jou eenzaam wegkijken. Jij had die carrière, maar de toekomst heb je niet. Met een Nederlandse verblijfsvergunning van slechts vijf jaar, is er intussen één voorbij.

Waar je over vier jaar bent, zou ik me God niet weten. Je leert dan wel Nederlands en je wilt graag solliciteren bij een internationaal bedrijf – wat met jouw cv gemakkelijk zou moeten kunnen – hier wordt je aangezien als vluchteling, dus kansloos.

Ik schrijf je deze brief omdat ik je stiekem wel bewonder. Ik merk je onzekerheid, maar ik zie vooral je positivisme, jouw openheid naar anderen en andersdenkenden toe.

Ik weet welke strijd jij iedere dag moet leveren. Alleen maar om bij ons te mogen horen. Mijn buurvrouw dacht laatst nog dat je een dief was, toen je bij ons op bezoek kwam. Ik durf je er eigenlijk niet over te vertellen. Wat kan ik er tegen doen?

De vooroordelen verzwijgen, het nieuws weg zappen, de krant dichtvouwen? Hoe bescherm ik jou tegen de onwetendheid van mijn land?

Mijn ouders hadden decennia terug ook te kampen met vooroordelen, omdat zij uit Suriname en Duitsland komen. Zij moesten zichzelf continue bewijzen, hoe groot hun recht ook was om hier te werken en wonen. Hoe groot jouw recht ook is om hier als oorlogsslachtoffer te blijven.

Ik kan je alleen maar zeggen: racisme wordt pas een probleem als degene die gediscrimineerd wordt dat zo ervaart. En voor de rest: ik hoop dat je hier mag blijven.