kinderen en sushi

ippe galama 8 feb 2016

Zo ondertussen sta ik bij mijn vrienden bekend om een aantal dingen. Dat ik een kok ben bijvoorbeeld, geen held ben in grammatica en dat ik in Amstelveen woon. Maar bovenal dat ik geen groot fan ben van kinderen. Zelden kan ik overbrengen wat mij zo stoort aan kids. Dus vertel ik jullie graag over mijn etentje in een sushirestaurant van gisteren. Waar ik met wat vrienden een doordeweeks hapje deed toen er twee gezinnetjes aan de tafel naast ons kwamen zitten.

Nou vermoed ik dat het stel wat naast ons kwam zitten niet vaak uit eten ging maar dat terzijde. Een tafel verder zaten namelijk twee stelletjes met in totaal drie koters. De mannen hadden hun mooiste ongestreken, te kleine overhemd aangedaan. Daarbij hadden ze een dikke goudenketting die ze zorgvuldig om de kraag van het overhemd hadden gehangen. De vrouwen hadden uitsluitend panterprint kleding aan, zodat iedereen kon zien dat ze inderdaad in een caravan woonden. Een paar obscene tattoos, bierbuikje, hoe dan ook, beeld is duidelijk..

De drie kinderen aan tafel bestonden uit twee peuters in een vaste kinderstoel en een kleuter die duidelijk de verantwoordelijkheid van een eigen stoel nog niet aankon. Ook had deze laatste schijnbaar net het liefkozende woordje “kut” geleerd. De toekomstige stratenveger vond dit restaurant dan ook een uitstekend podium om de nieuwe toevoeging aan zijn vocabulaire eens ten gehore te brengen. Wat zijn vader overigens hilarisch vond?! ‘Goede opvoeding pannenkoek..’ De moeder zei nog wel eens “Sjors! Doe es effe normaal, zitten nu!” waarna het jochie vijf minuten trappelend op de stoel begon te wippen en zodra zijn moeder in gesprek was met een ander weer vrolijk door het restaurant begon te rennen: “kut! Kut! Kut!”.

De andere twee kids aan tafel zaten godzijdank klem in hun kinderstoel en waren dus minder mobiel bij het veroorzaken van chaos. Toch weerhield dit de jonge mannen niet. Terwijl een van de twee vrolijk met zijn vuist op de vers gearriveerde zalm begon te hameren besloot de ander het op een krijsen te zetten. Onze aandacht was niet meer bij het eten maar volledig bij de show die zich een tafel verderop ontvouwde. Een welwillende manager kwam nog aan tafel melden dat een aantal mensen zich stoorden aan rondrennende verzekeringsnachtmerrie. Maar de tafelgasten maakten luidkeels bezwaar tegen deze aantijgingen en zette hun onderlinge gesprek rustig voort.

Dus vrienden, snappen jullie nu waarom ik geen fan ben van kinderen?